Hoe Gods stem te onderscheiden om de terugkeer van de Heer te verwelkomen

Gepubliceerd op 20 januari 2021 om 15:57

 

 

 

 

Dagelijkse bijbeltekst

 

De Heer Jezus zei: “Mijn schapen horen Mijn stem, en Ik ken dezelve, en zij volgen Mij” (JOHANNES 10:27). Wanneer de Heer terugkomt, zal Hij spreken en Zijn schapen zoeken. Het belangrijkste met betrekking tot het wachten op de komst van de Heer, is om proberen God horen.

De terugkeer van de Heer te verwelkomen

 

God zegt: “Om deze reden is het voor ons gepast, aangezien we de voetafdrukken van God zoeken, om te zoeken naar Gods wil, naar de woorden van God, naar Zijn uitspraken – want waar er ook maar nieuwe woorden worden gesproken door God, is er de stem van God, en waar de voetstappen van God ook maar zijn, daar zijn Gods daden. Waar er ook maar de uitdrukking van God is, daar verschijnt God, en overal waar God verschijnt, daar bestaan de waarheid, de weg en het leven. Bij het zoeken naar de voetafdrukken van God, hebben jullie de woorden ‘God is de waarheid, de weg en het leven’ genegeerd. En zo zijn er veel mensen die, zelfs wanneer ze de waarheid ontvangen, niet geloven dat ze de voetafdrukken van God hebben gevonden. De verschijning van God erkennen ze al helemaal niet. Wat een ernstige vergissing!” “Waar God ook maar verschijnt, daar wordt de waarheid uitgedrukt en daar zal de stem van God zijn. Alleen zij die de waarheid kunnen aanvaarden, zullen de stem van God kunnen horen, en alleen zulke mensen zijn bevoegd om getuige te zijn van de verschijning van God.” Uit Gods woorden kunnen we zien dat de Heer zal spreken wanneer Hij terugkeert. Alleen degenen die Gods stem kunnen horen, kunnen Hem verwelkomen. Wil je op dit moment weten hoe we Gods stem kunnen onderscheiden en de Heer kunnen verwelkomen? Misschien ben je geïnteresseerd in meer lezen op wederkomst van Christus of in de onderstaande artikelen.

 

Hoe Gods stem te onderscheiden om de terugkeer van de Heer te verwelkomen

 

Bijbelverzen ter referentie:

Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij” (Joh. 10:27).

Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat” (Joh. 16:12-13).

Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt” (Openb. 2:7).

Want de leeuw uit de stam Juda, de telg van ​David, heeft de overwinning behaald, en daarom mag hij de boekrol met de zeven zegels openen” (Openb. 5:5).

“‘Ik ben de alfa en de omega,’ zegt God, de Heer, ‘ik ben het die is, die was en die komt, de Almachtige’” (Openb. 1:8).

 

Bijbel

Relevante woorden van God:

“De woorden van de vleesgeworden God luiden een nieuw tijdperk in, bieden leiding aan de gehele mensheid, onthullen mysteriën en wijzen de mens richting in een nieuw tijdperk. De verlichting die door de mens is verkregen is slechts eenvoudige praktijk of kennis. Deze kan niet de hele mensheid een nieuw tijdperk inleiden of het mysterie van God Zelf onthullen. God is immers God en de mens is mens. God heeft het wezen van God en de mens heeft het wezen van de mens.”

“Kennis van God moet worden opgedaan door middel van het lezen en het begrijpen van Gods woord, het beoefenen en ervaren van Gods woord. Sommige mensen zeggen: “Ik heb de geïncarneerde God niet gezien, dus hoe zou ik God dan kunnen kennen?” In feite is Gods woord een uitdrukking van Gods gezindheid. Uit Gods woord kun je Gods liefde voor en redding van de mensheid opmaken, en Zijn manier om hen te redden. … Dit is omdat Gods woord door God Zelf wordt uitgedrukt en niet iets is waarvoor God de mens gebruikt om het uit te schrijven. Het wordt persoonlijk door God uitgedrukt. Hij drukt Zijn eigen woorden en Zijn innerlijke stem uit. Waarom wordt gezegd dat het oprechte woorden zijn? Omdat ze vanuit de diepte komen, Zijn gezindheid uitdrukken, Zijn wil, Zijn gedachten, Zijn liefde voor de mensheid, Zijn redding van de mensheid en Zijn verwachtingen van de mensheid … Onder Gods woorden bevinden zich strenge woorden, vriendelijke en zorgzame woorden, en er zijn ook enkele onthullende woorden, woorden die niet in lijn zijn met menselijke verlangens. Als je alleen naar de onthullende woorden kijkt, zul je voelen dat God behoorlijk streng is. Als je alleen naar de vriendelijke woorden kijkt, zul je denken dat God niet zo veel gezag heeft. Je moet ze daarom niet uit hun verband halen, maar ze vanuit elke hoek beschouwen. Soms spreekt God vanuit een vriendelijke en barmhartig perspectief en zien mensen Gods liefde voor de mensheid, soms spreekt Hij vanuit een streng perspectief en zien mensen Gods gezindheid die geen belediging duldt. De mens is betreurenswaardig vuil en het niet waard Gods aangezicht te aanschouwen of voor God te verschijnen. Dat mensen nu voor God kunnen verschijnen, is louter te danken aan Gods genade. Gods wijsheid kan worden gezien in de manier waarop Hij werkt en in de betekenis van Zijn werk. Zelfs als mensen niet in direct contact met God staan, kunnen ze toch deze dingen in Gods woord zien.”

“Deze keer komt God niet in een spiritueel lichaam werken, maar in een heel gewoon lichaam. Niet alleen is dit het lichaam van Gods tweede incarnatie, maar ook het lichaam waarin Hij terugkeert. Het is een heel gewoon vlees. Je zult aan Hem niets ontdekken dat anders is dan bij andere mensen. Wel kun je de waarheden van Hem ontvangen die je nog nooit eerder hebt gehoord. Dit onbetekenende vlees is de belichaming van alle woorden van de waarheid van God; datgene wat Gods werk gedurende de laatste dagen onderneemt. Het is de uitdrukking van heel Gods gezindheid zoals de mens deze mag leren kennen. Heb je niet vurig gewenst dat je God in de hemel mocht aanschouwen? Heb je niet vurig gewenst dat je God in de hemel mocht begrijpen? Heb je niet vurig gewenst om de bestemming van de mensheid te zien? Hij zal je al deze geheimen vertellen die niemand je ooit heeft kunnen vertellen, en Hij zal je zelfs alle waarheden vertellen die je nog niet hebt begrepen. Hij is je poort naar het koninkrijk en je gids naar het nieuwe tijdperk. Dit gewone vlees draagt talloze ondoorgrondelijke mysteries met zich mee. Misschien zullen Zijn daden voor jou ondoorgrondelijk zijn, maar het doel van al het werk dat Hij verricht, volstaat om je te laten inzien dat Hij niet een eenvoudig vlees is, zoals de mens denkt. Want Hij vertegenwoordigt Gods wil en de zorg waarmee God de mens gedurende de laatste dagen omringt. Hoewel je de woorden die Hij spreekt, die hemel en aarde lijken te laten schudden, niet kunt horen, en Zijn ogen, die vuur lijken te spuwen, niet kunt zien, en evenmin de discipline van Zijn ijzeren roede kunt voelen, kun je Gods woede in Zijn woorden horen en kun je weten dat God voor de mens barmhartig is. Dan zie je de rechtvaardige gezindheid en wijsheid van God, en word je je er bovendien van bewust dat God de hele mensheid koestert en verzorgt.”

“Wanneer God op aarde komt, zijn Zijn werk en alles wat de mens van Hem ziet bovennatuurlijk. Wat je met je ogen ziet en wat je met je oren hoort, is allemaal bovennatuurlijk, want Zijn werk en Zijn woorden zijn voor de mens onbegrijpelijk en ongrijpbaar. Als iets vanuit de hemel naar de aarde wordt gebracht, hoe kan het dan niet bovennatuurlijk zijn? Wanneer de mysteries van het koninkrijk van de hemel naar de aarde worden gebracht, mysteries die voor de mens onbegrijpelijk en onvoorstelbaar zijn, die te wonderlijk en wijs zijn – zijn die niet allemaal bovennatuurlijk? … Overweeg het werk dat de vleesgeworden God in deze tijd doet: welk aspect ervan is niet bovennatuurlijk? Zijn woorden zijn onbegrijpelijk en ongrijpbaar voor je, en geen mens kan het werk doen dat Hij doet. De mens kan geenszins begrijpen wat Hij begrijpt en de mens weet niet waar Zijn kennis vandaan komt. Sommige mensen zeggen: “Ik ben ook zo gewoon net als u dat bent, maar hoe kan het dan dat ik niet weet wat u weet? Ik ben ouder en meer ervaren, hoe kunt u dan weten wat ik niet weet?” Dit is allemaal iets wat voor de mens altijd onbereikbaar blijft. Er zijn ook mensen die zeggen: “Niemand weet van het werk dat in Israël werd uitgevoerd; hoe weet u dat dan wel? Zelfs uitleggers van de Bijbel hebben geen verklaring; hoe weet u dat dan wel?” Zijn al die zaken niet bovennatuurlijk? Hij is geen wonderen tegengekomen, toch weet Hij alles en komt het woord met het grootste gemak tot Hem. Is dit niet bovennatuurlijk? Zijn werk overstijgt dat wat het vlees kan bewerkstelligen. Het is ongrijpbaar voor de gedachten van een mens met een lichaam van vlees en totaal onvoorstelbaar voor het redeneringsvermogen van de mens. Hij heeft de Bijbel nooit gelezen en toch begrijpt Hij het werk van God in Israël. En hoewel Hij op de aarde staat terwijl Hij spreekt, spreekt Hij van de mysteries van de derde hemel. Wanneer een mens deze woorden leest, bekruipt hem dit gevoel: “Is dit niet de taal van de derde hemel?” Zijn dit niet allemaal zaken die buiten het bereik van een normaal mens liggen?”

“Hij is Zich wel bewust van de essentie van de mens, Hij kan alle soorten praktijken openbaren met betrekking tot alle soorten mensen. Hij is zelfs nog beter in het openbaren van menselijke verdorven gezindheden en rebels gedrag. Hij leeft niet onder de wereldse mensen, maar Hij is Zich bewust van de aard van de stervelingen en alle verdorvenheden in de wereldse mensen. Dit is wat Hij is. Hoewel hij zich niet inlaat met de wereld, kent hij de regels van omgang met de wereld, omdat Hij volledig de menselijke aard begrijpt. Hij weet van het werk van de Geest dat het mensenoog niet kan zien en mensenoren niet kunnen horen, zowel vandaag als in het verleden. Hier hoort wijsheid bij die niet een levensfilosofie is, evenals verwondering die mensen moeilijk kunnen bevatten. Dit is wat Hij is, onthuld aan mensen en ook verborgen voor mensen. Wat Hij uitdrukt is niet wat een buitengewoon persoon is, maar de innerlijke eigenschappen en het wezen van de Geest. Hij reist niet over de wereld, maar Hij weet alles erover. Hij legt contact met de ‘mensachtigen’ die geen kennis of inzicht hebben, maar Hij uit woorden die hoger zijn dan kennis en vooraanstaande mensen te boven gaan. Hij leeft onder een groep onnozele, afgestompte mensen die geen menselijkheid bezitten en die de menselijke conventies en levens niet begrijpen, maar Hij kan de mensheid vragen uit normale menselijkheid te leven, terwijl Hij tegelijkertijd de minderwaardige en lage menselijkheid van de mensheid openbaart. Dit alles is wat Hij is, hoger dan enig persoon van vlees en bloed is. Voor Hem is het niet nodig om een gecompliceerd, omslachtig en smerig sociaal leven te ervaren om het werk te doen dat Hij moet doen en de essentie van de verdorven mensheid volledig te onthullen. Het smerige sociale leven is niet goed voor Zijn vlees. Zijn werk en woorden onthullen de ongehoorzaamheid van de mens alleen maar en bieden de mens geen ervaring en lessen om met de wereld om te gaan. Hij hoeft de maatschappij of het gezin van de mens niet te onderzoeken wanneer hij de mens van leven voorziet. Het blootstellen en oordelen van de mens is niet een uitdrukking van de ervaringen van Zijn vlees; het is bedoeld om de ongerechtigheid van de mens te openbaren na al lange tijd de ongehoorzaamheid van de mens te kennen en de corruptie van de mensheid te verafschuwen. Het werk dat Hij doet is allemaal bedoeld om Zijn gezindheid aan de mens te openbaren en Zijn wezen uit te drukken. Alleen Hij kan dit werk doen, het is niet iets dat een persoon van vlees en bloed zou kunnen bereiken.”

“Hij die de incarnatie van God is, zal de essentie van God hebben. Hij die de incarnatie van God is, zal de uitdrukking van God hebben. Omdat God vlees wordt, zal Hij het werk voortbrengen dat Hij moet doen. En omdat God vlees wordt, zal Hij uitdrukken wat Hij is en zal Hij in staat zijn de waarheid naar de mens te brengen, het leven te schenken en de weg te wijzen. Vlees dat niet de essentie van God bevat, is zeker niet de vleesgeworden God. Dat lijdt geen twijfel. Als de mens wil onderzoeken of dit het geïncarneerde vlees van God is, moet de mens dit vaststellen aan de hand van de gezindheid die Hij uitdrukt en de woorden die Hij spreekt. Dat betekent dat aan de hand van Zijn wezen beoordeeld moet worden of dit al dan niet het geïncarneerde vlees van God is en of dit al dan niet de ware weg is. Bij het vaststellen[a] of dit het geïncarneerde vlees van God is, is het dus het allerbelangrijkste om aandacht te schenken aan Zijn wezen (Zijn werk, Zijn woorden, Zijn gezindheid en nog veel meer dingen) in plaats van aan de uiterlijke schijn. Als de mens alleen Zijn uiterlijk ziet en aan Zijn wezen voorbijgaat, geeft dat blijk van de onwetendheid en naïviteit van de mens.”

“Na het werk van Jehova, is Jezus vlees geworden om Zijn werk onder de mensen te verrichten. Zijn werk stond niet op zichzelf, maar bouwde voort op het werk van Jehova. Het was het werk van een nieuw tijdperk: God had het Tijdperk van de Wet afgesloten. Zo zette God Zijn werk, nadat het werk van Jezus was voleindigd, voort in het tijdperk dat daarna kwam omdat het hele management van God voortdurend verder gaat. Als het oude tijdperk verstrijkt, wordt dit vervangen door een nieuw tijdperk en nadat het oude werk is voltooid zal een nieuw werk het management van God voortzetten. Deze vleeswording is de tweede vleeswording van God, die volgt op de voltooiing van Jezus’ werk. Natuurlijk staat deze vleeswording niet op zichzelf: het is de derde fase in het werk na het Tijdperk van de Wet en het Tijdperk van Genade. … Toen Jezus in de wereld kwam, bracht Hij het Tijdperk van Genade en maakte Hij een einde aan het Tijdperk van de Wet. In de laatste dagen werd God nogmaals vlees. Toen Hij dit keer vlees werd, maakte Hij een einde aan het Tijdperk van Genade en bracht Hij het Tijdperk van het Koninkrijk. Allen die de tweede vleeswording van God aanvaarden, worden in het Tijdperk van het Koninkrijk ingeleid en kunnen de leiding van God persoonlijk aanvaarden. Jezus deed veel werk onder de mens, maar voltooide alleen de verlossing van alle mensen en werd het zondoffer van de mens. Hij ontdeed de mens niet van heel zijn verdorven gezindheid. Om de mens volledig van de invloed van Satan te redden, was het niet alleen vereist dat Jezus de zonden van de mensheid als zondoffer op Zich nam, maar ook dat God nog belangrijker werk uitvoerde om de mens volledig te ontdoen van zijn gezindheid die door Satan was verdorven. Daarom keerde God nadat de zonden van de mensen waren vergeven terug in het vlees om de mens naar een nieuw tijdperk te leiden. Hij begon het werk van tuchtiging en oordeel, waardoor de mens in een hogere sfeer terechtkwam. Iedereen die zich aan Zijn heerschappij onderwerpt, zal een hogere waarheid genieten en een rijkere zegen ontvangen. Ze zullen echt in het licht leven en de waarheid, de weg en het leven verkrijgen.”

“Toen Jezus Zijn werk deed, had de mens nog maar een vage en onduidelijke kennis over Hem. De mens heeft altijd gedacht dat Hij de zoon van David was en verkondigde Hem als een grote profeet, de liefdadige Heer die de mens van zijn zonden verloste. Sommigen werden, door de kracht van hun geloof, alleen al genezen door het aanraken van Zijn mantel: de blinden konden zien en zelfs de doden konden tot leven worden gewekt. De mens was echter niet in staat om de diepgewortelde verdorven satanische gezindheid in zichzelf te ontdekken, noch wist hij hoe hij zich ervan kon ontdoen. De mens ontving veel genade, zoals de vrede en het geluk van het vlees, het geloof van een lid dat zegen bracht aan een hele familie, de genezing van ziekte, enzovoort. De rest bestond uit de goede daden van de mens en zijn goddelijke verschijning. Als de mens zo kon leven, werd hij beschouwd als een aanvaardbare gelovige. Alleen dit soort gelovigen kan na de dood de hemel binnengaan, wat betekent dat ze gered zijn. Maar tijdens hun leven hebben deze mensen de weg van het leven absoluut niet begrepen. Alles wat ze deden, was zondigen om vervolgens hun zonden te belijden. Dit gebeurde in een constante cyclus zonder dat ze iets ondernamen om hun gezindheid te veranderen. Dit was de toestand van de mens in het Tijdperk van Genade. Heeft de mens volledige redding ontvangen? Nee! Daarom bleef na beëindiging van die werkfase het werk van het oordeel en tuchtiging over. Deze fase is bedoeld om de mens te zuiveren door middel van het woord en hem daarmee op een weg te leiden die hij volgen kan. Deze fase zou niet vruchtbaar en zinvol zijn als het verder ging met het uitdrijven van demonen, want het zou de zondige natuur van de mens niet uitbannen en de vergeving van zonden zou bij de mens tot stilstand komen. Door het zondoffer zijn de zonden van de mens vergeven, want het werk van de kruisiging is reeds beëindigd en God heeft gezegevierd over Satan. Maar omdat de verdorven gezindheid van de mens nog steeds in hem is, kan de mens nog steeds zondigen en tegen God in opstand komen, en heeft God de mensheid niet gewonnen. Daarom gebruikt God in deze werkfase het woord om de verdorven gezindheid van de mens bloot te leggen, waardoor hij praktiseert in overeenstemming met het juiste pad. Deze fase heeft meer betekenis dan de vorige en is eveneens vruchtbaarder, want nu is het het woord dat het leven van de mens rechtstreeks voedt en dat het mogelijk maakt dat de gezindheid van de mens volledig wordt vernieuwd. Het is een veel grondigere werkfase. De incarnatie in de laatste dagen heeft de betekenis van Gods incarnatie dus compleet gemaakt en heeft Gods managementplan voor de redding van de mens volledig afgerond.”

 

 

Het boek van Gods woorden

 

“Eens ben ik aangeduid met Jehova. Ik ben ook de Messias genoemd en de mensen noemden me Jezus de Redder, omdat ze van mij hielden en mij respecteerden. Maar in deze tijd ben ik niet de Jehova of Jezus die de mensen in het verleden hebben gekend – ik ben de God die is teruggekeerd in de laatste dagen, de God die het tijdperk tot het einde zal voeren. Ik ben God Zelf die oprijst aan de einden van de aarde, vervuld van mijn volledige gezindheid en vol gezag, eer en glorie. De mensen zijn nooit interactie met mij aangegaan, hebben mij nooit leren kennen en hebben mijn gezindheid nooit leren kennen. Vanaf de schepping van de wereld tot op de dag van vandaag heeft geen enkel mens mij ooit gezien. Dit is de God die in de laatste dagen aan de mens verschijnt, maar onder de mensen verborgen is. Hij houdt verblijf onder de mensen, waarachtig en echt, als de brandende zon en het vlammende vuur, vol kracht en vol gezag. En er is geen enkel mens of ding die niet zal worden geoordeeld door mijn woorden en er is geen enkel mens of ding dat niet door het branden van het vuur zal worden gezuiverd. Uiteindelijk zullen alle naties worden gezegend vanwege mijn woorden en ook aan stukken worden geslagen vanwege mijn woorden. Zo zullen alle mensen in de laatste dagen zien dat ik de teruggekeerde Redder ben, dat ik de Almachtige God ben die de hele mensheid overwint; ik ben ooit het zondoffer voor de mens geweest, maar in de laatste dagen word ik ook het vuur van de zon dat alles verbrandt en de Zon van de rechtvaardigheid die alles openbaart. Dat is mijn werk van de laatste dagen. Ik heb deze naam aangenomen en ik bezit deze gezindheid zodat alle mensen kunnen zien dat ik een rechtvaardige God ben, en de brandende zon en het vlammende vuur. Dit is zodat allen mij, de enige ware God, kunnen aanbidden en zodat zij mijn ware gezicht kunnen zien: ik ben niet alleen de God van de Israëlieten en ik ben niet alleen de Verlosser – ik ben de God van alle schepselen in de hemelen, op de aarde en in de zeeën.”

“De uiting van God gaat verder en Hij maakt gebruikt van verschillende methoden en perspectieven om ons te vermanen wat te doen en de stem van Zijn hart tot uitdrukking te brengen. Zijn woorden dragen levenskracht en laten ons het pad zien dat we moeten lopen en laten ons begrijpen wat de waarheid is. We beginnen aangetrokken te worden tot Zijn woorden, we beginnen ons te concentreren op de toon en manier van Zijn spreken, en beginnen onbewust een interesse in de stem van het hart van deze onopvallende persoon te krijgen. Hij doet nauwgezette pogingen voor ons, verliest de slaap en eetlust voor ons, weent voor ons, zucht voor ons, kermt in ziekte voor ons, lijdt vernedering omwille van onze bestemming en redding, en Zijn hart bloedt en huilt tranen voor onze ongevoeligheid en opstandigheid. Wat Hij heeft en is gaat een gewoon persoon te boven, en kan door geen van de verdorvenen worden bezeten of bereikt. Hij heeft tolerantie en geduld dat geen gewoon persoon heeft, en geen enkel schepsel bezit Zijn liefde. Niemand anders dan Hij kan al onze gedachten kennen, of onze aard en substantie snappen, of de opstandigheid en verdorvenheid van de mensheid beoordelen, of tot ons spreken en zo onder ons werken in naam van de God des hemels. Niemand behalve Hij kan het gezag, de wijsheid en de waardigheid van God bezitten; de gezindheid van God en wat Hij heeft en is, worden in hun geheel van Hem uit uitgegeven. Niemand anders dan Hij kan ons de weg wijzen en ons licht brengen. Niemand anders dan Hij kan de mysteries onthullen die God niet heeft geopenbaard vanaf de schepping tot nu toe. Niemand anders dan Hij kan ons redden van Satans slavernij en onze verdorven gezindheid. Hij vertegenwoordigt God, en drukt de stem van het hart van God uit, de vermaningen van God, en de woorden van oordeel van God voor de hele mensheid. Hij is een nieuw tijdvak begonnen, een nieuw tijdperk, en heeft een nieuwe hemel en aarde gebracht, nieuw werk, en Hij heeft ons hoop gebracht, en een einde gemaakt aan het leven dat we leidden in onduidelijkheid, en heeft ons toegestaan om het pad van redding ten volle te aanschouwen. Hij heeft ons hele wezen overwonnen en ons hart gewonnen. Vanaf dat moment worden onze geesten bewust en lijken onze zielen opnieuw te worden gerevitaliseerd: deze gewone, onbeduidende persoon, die onder ons leeft en lange tijd door ons is verworpen – is Hij niet de Heer Jezus, die voor altijd in onze gedachten is, en naar wie we dag en nacht verlangen? Het is Hij! Het is Hem echt! Hij is onze God! Hij is de waarheid, de weg en het leven!”

“Het werk dat op dit moment gedaan wordt, heeft het werk van het Tijdperk van Genade verder gebracht; dat wil zeggen dat het werk van het hele zesduizendjarige managementplan voortgegaan is. Hoewel het Tijdperk van Genade nu voorbij is, heeft het werk van God voortgang geboekt. Waarom zeg ik steeds weer dat dit stadium van het werk bouwt op het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van de Wet? Dit houdt in dat het huidige werk een voortzetting is van het werk dat in het Tijdperk van Genade is gedaan en een vooruitgang ten opzichte van het werk in het Tijdperk van de Wet. De drie stadia zijn nauw verweven en iedere schakel in de keten is nauw verbonden met de volgende. Waarom zeg ik ook dat dit stadium van het werk voortborduurt op het werk van Jezus? Stel dat dit stadium niet op het werk van Jezus zou voortborduren. Dan zou er in dit stadium opnieuw een kruisiging moeten plaats vinden, en zou het verlossingswerk van het vorige stadium helemaal overgedaan moeten worden. Dat zou zinloos zijn. Het is dus niet zo dat het werk helemaal klaar is, maar het tijdperk is verder gegaan en het werk is naar een nog hoger niveau getild dan voorheen. Je kunt zeggen dat dit stadium van het werk op het fundament van het Tijdperk van de Wet en op de rots van het werk van Jezus is gebouwd. Het werk wordt stadium voor stadium opgebouwd, en dit stadium is geen nieuw begin. Alleen de combinatie van de drie stadia van het werk kunnen als het zesduizendjarige managementplan worden beschouwd. Het werk in dit stadium wordt gedaan op het fundament van het werk van het Tijdperk van Genade. Als de twee stadia van het werk niet in verband stonden met elkaar, waarom wordt de kruisiging dan in dit stadium niet herhaald? Waarom draag ik de zonden van de mens dan niet? Ik ben niet door de ontvangenis van de Heilige Geest gekomen, en ik draag ook de zonden van de mens niet door gekruisigd te worden. Ik ben hier om de mens rechtstreeks te tuchtigen. Als mijn tuchtiging van de mens en mijn huidige komst zonder de ontvangenis van de Heilige Geest niet was gevolgd op de kruisiging, dan zou ik niet geschikt zijn om de mens te tuchtigen. Juist omdat ik één ben met Jezus kom ik rechtstreeks om de mens te tuchtigen en te oordelen. Het werk in dit stadium wordt geheel op het werk van het voorgaande tijdperk gebouwd. Dat is de reden dat alleen dit soort werk de mens stap voor stap naar de redding kan brengen. Jezus en ik komen voort uit dezelfde Geest. Al zijn wij door het vlees niet met elkaar verbonden, onze Geest is één. Al is de inhoud van wat we doen en het werk dat we ondernemen niet hetzelfde, in essentie zijn we hetzelfde. Ons vlees neemt verschillende vormen aan, maar dit komt doordat er verandering is gekomen in het tijdperk en de eisen die aan ons werk gesteld worden. Onze bedieningen zijn niet dezelfde, daarom is het werk dat wij voortbrengen en de gezindheid die wij onthullen aan de mens ook anders. Daarom is wat de mens ziet en begrijpt nu anders dan in het verleden, dit komt door de verandering van tijdperk. Hun Geest is één, ook al zijn Zij van een ander geslacht en is de vorm van Hun vlees anders, en zijn Zij niet in dezelfde familie geboren, laat staan in hetzelfde tijdsgewricht. Het kan niet worden ontkend dat Zij de incarnatie van God in twee verschillende tijdsperiodes zijn, ook al deelt Hun vlees niet hetzelfde bloed of fysieke verwantschap van enig soort. Dat Zij het geïncarneerde vlees van God zijn is een onweerlegbare waarheid, al hebben Zij niet dezelfde stamboom en hebben Zij geen gemeenschappelijke menselijke taal (de één was een man die de taal van de Joden sprak en de andere is een vrouw die uitsluitend Chinees spreekt). Om deze redenen hebben Zij in verschillende landen geleefd om het werk te doen dat eenieder past, en ook nog in verschillende tijdsperiodes. Ondanks het feit dat Zij uit dezelfde Geest bestaan en dezelfde essentie hebben, zijn er helemaal geen absolute overeenkomsten tussen de uiterlijke omhulsels van Hun vlees. Zij delen slechts dezelfde menselijkheid, maar waar het het uiterlijk voorkomen van Hun vlees en de omstandigheden van Hun geboorte aangaat, lijken Zij niet op elkaar. Deze dingen hebben geen invloed op Hun respectievelijke werkzaamheden of op de kennis die de mens van Hen heeft, want uiteindelijk zijn Zij dezelfde Geest en kan niemand Hen scheiden. Al hebben Zij geen familierelatie, Hun hele wezen staat onder de hoede van Hun Geest, die Hen ander werk toebedeelt in andere tijden, en die Hun vlees een andere stamboom toebedeelt. Zo is ook de Geest van Jehova niet de vader van de Geest van Jezus, en de Geest van Jezus is niet de zoon van de Geest van Jehova: Zij zijn één en dezelfde Geest. Net als de geïncarneerde God van vandaag en Jezus. Hoewel Zij geen familierelatie hebben, zijn Zij één; dit komt omdat Hun Geest één is. God kan het werk van mededogen en barmhartigheid verrichten, alsook het werk van het rechtvaardige oordeel en de tuchtiging van de mens, en dat van het uitroepen van een vloek over de mens; uiteindelijk kan Hij het werk van de vernietiging van de wereld en het straffen van de kwaden doen. Doet Hij dit niet allemaal Zelf? Is dat niet Gods almacht?”

 

Bron van het artikel: Online Bijbelstudie

 

Hallo broeders en zusters, verlang je naar de wederkomst van de Heer Jezus? Hier wordt gezegd dat er een groep mensen is dat het bruiloftsfeest van het Lam al heeft bijgewoond. Weet je hoe ze de Heer verwelkomden? Zou je de Heer willen verwelkomen en het bruiloft van het Lam willen bijwonen? Laten we eens kijken hoe de hoofdpersoon het heeft ervaren en herkend.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.