GODS WOORDEN-Luister naar gods stem


Het pad … (7)

In onze praktijkervaring hebben we gezien dat God vaak persoonlijk een pad voor ons heeft opengelegd, zodat het pad onder onze voeten steviger en werkelijker kan worden. Want dit is het pad dat God sinds mensenheugenis voor ons heeft opengelegd en dat tienduizenden jaren lang van generatie op generatie is doorgegeven. Zo hebben we het pad opgepakt van onze voorgangers, die het niet tot het einde toe uit hebben gelopen. Wij zijn door God gekozen om de laatste fase uit te lopen. En dus was dit pad voor ons speciaal door God voorbereid, en of we nu gezegend zijn of door tegenspoed getroffen, niemand anders kan dit pad lopen. Laat ik mijn eigen inzicht hieraan toevoegen: overweeg niet naar elders te vluchten of een ander pad te vinden, begeer geen status, probeer niet je eigen koninkrijk te stichten – dat zijn allemaal fantasieën. Misschien heb je bepaalde vooropgezette ideeën over mijn woorden. In dat geval stel ik voor dat je ophoudt zo’n warhoofd te zijn. Je kunt hier beter wat meer gedachten aan wijden. Probeer niet de slimmerik uit te hangen en verwar goed niet met kwaad. Daar krijg je spijt van wanneer Gods plan is volbracht. Wat ik zeg is dat alle naties op aarde aan stukken zullen worden geslagen wanneer het koninkrijk van God komt. Dan zul je zien dat je eigen plannen ook vernietigd zijn en dat zij die getuchtigd zijn, in stukken worden geslagen en dat God zo Zijn gezindheid volledig zichtbaar maakt. Ik denk dat ik je deze dingen moet zeggen, omdat ze voor mij zo duidelijk zijn, zodat je mij dan achteraf niet de schuld kan geven. Dat we dit pad tot op de dag van vandaag hebben kunnen lopen was door God beschikt. Denk dus niet dat je speciaal bent, of dat je pech hebt. Niemand mag iets beweren over het huidige werk van God, opdat je niet in stukken wordt geslagen. Ik ben door Gods werk verlicht: wat er ook gebeurt, God zal deze groep mensen compleet maken. Zijn werk zal nooit meer veranderen, en Hij zal deze groep mensen tot het einde van het pad meenemen en Zijn werk op aarde beëindigen. Dit zouden we allemaal moeten begrijpen. De meeste mensen kijken graag ‘vooruit’ en hun begeerte kent geen grenzen. Geen van hen begrijpt de huidige dringende wil van God en dus denken ze er allemaal aan om te vluchten. Ze lijken op gevluchte paarden die alleen maar in de wildernis willen rondzwerven. Er zijn er maar weinigen die zich willen vestigen in het goede land van Kanaän om de weg van het menselijk leven te zoeken. Als mensen het land dat overvloeit van melk en honing zijn binnengegaan, en er niet van kunnen genieten, wat willen ze dan nog meer? Eerlijk is eerlijk, buiten het goede land Kanaän is alleen de wildernis. Zelf als mensen de plaats van de rust zijn binnengetreden, kunnen ze nog niet trouw zijn aan hun plicht. Zijn het dan niet gewoon hoeren? Als je hier de kans laat liggen om door God te worden vervolmaakt, zal je dit tot in lengte van dagen spijten, je wroeging zal oneindig zijn. Je zult als Mozes zijn die naar het land Kanaän keek maar er niet van kon genieten, zijn vuisten gebald, zijn dood vol spijt − denk je niet dat dit beschamend is? Raak je niet in verlegenheid als anderen de spot met je drijven? Ben je bereid door anderen vernederd te worden? Wil je niet zelf goed terechtkomen? Wil jij niet een eerbaar en oprecht mens zijn die door God is vervolmaakt? Heb je werkelijk geen ambitie? Je bent niet bereid de andere paden te nemen. Wil je dan ook het pad niet nemen dat God voor jou heeft beschikt? Durf je tegen de wil van de hemel in te gaan? Hoe groot je ‘vaardigheid’ ook is, kun je echt de hemel beledigen? Ik denk dat we er goed aan doen te proberen onszelf goed te leren kennen. Eén woord van God kan hemel en aarde veranderen, wat is dan een schriel klein mensje in Gods ogen?

Lees meer »

Dagelijkse woorden van God | Alleen door het ervaren van loutering kan de mens ware liefde bezitten | Fragment 509

Hoe groter de loutering van God, hoe meer de harten van mensen in staat zijn God lief te hebben. De kwelling in hun hart is van nut voor hun leven, ze zijn meer in staat om vrede te hebben voor God, hun relatie met God is hechter en ze zijn beter in staat Gods allerhoogste liefde en Zijn allerhoogste redding te zien. Petrus ervaarde loutering honderden keren en Job onderging verscheidene beproevingen. Als jullie door God willen worden vervolmaakt, moeten jullie ook honderden keren loutering ondergaan; alleen als jullie door dit proces heen gaan en op deze stap vertrouwen, zullen jullie in staat zijn om Gods wil te behagen en door God te worden vervolmaakt. Loutering is het beste middel waardoor God mensen volmaakt maakt; alleen loutering en bittere beproevingen kunnen de ware liefde voor God in de harten van mensen naar boven brengen. Zonder ontbering missen mensen de ware liefde voor God; als ze niet binnenin getest worden, als ze niet echt onderworpen zijn aan loutering, dan zal hun hart altijd buiten rondzweven. Nadat je tot een bepaald punt bent gelouterd, zul je je eigen zwakheden en moeilijkheden zien, je zult zien hoeveel je mist en dat je niet in staat bent om de vele problemen die je tegenkomt te overwinnen en je zult zien hoe groot je ongehoorzaamheid is. Alleen tijdens beproevingen zijn mensen in staat om hun werkelijke gesteldheid echt te kennen; beproevingen maken mensen beter in staat om volmaakt te worden gemaakt.

Lees meer »

Het aanschouwen van de verschijning van God in Zijn oordeel en tuchtiging

Net als honderden miljoenen andere volgelingen van de Heer Jezus Christus, houden we ons aan de wetten en geboden van de Bijbel, genieten we van de overvloedige genade van de Heer Jezus Christus en komen we samen, bidden, prijzen en dienen we in de naam van de Heer Jezus Christus – en dit alles doen we in de zorg en bescherming van de Heer. We zijn vaak zwak en vaak sterk. Wij geloven dat al onze handelingen in overeenstemming zijn met wat de Heer leert. Het spreekt dus vanzelf dat we ook geloven dat we ons op het pad bevinden waarop we de wil doen van de Vader in de hemel. We verlangen naar de wederkomst van de Heer Jezus, naar het glorievolle arriveren van de Heer Jezus, naar het einde van ons leven op aarde, naar de verschijning van het koninkrijk en naar alles zoals het was voorspeld in het boek Openbaring: De Heer arriveert en brengt rampspoed en beloont het goede en straft het kwade en neemt allen die Hem volgen en Zijn terugkeer verwelkomen op in de lucht om Hem tegemoet te komen. Elke keer dat we hieraan denken, kunnen we niet anders dan overmand worden door emotie. We zijn dankbaar dat we in de laatste dagen zijn geboren en het geluk hebben om getuige te zijn van de komst van de Heer. Al hebben we vervolging geleden, het is in ruil voor “een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft”; wat een zegening is dat! Al dit verlangen en de genade die de Heer ons schenkt, maken ons vaak nuchter tot het gebed en brengen ons vaker samen. Misschien volgend jaar, misschien morgen, of misschien nog eerder wanneer de mens het niet verwacht, zal de Heer plotseling aankomen en zal Hij verschijnen onder een groep mensen die aandachtig op Hem hebben gewacht. We strijden allemaal met elkaar, niemand wil achterblijven, om de eerste groep te zijn die de verschijning van de Heer aanschouwt, om een van degenen te worden die zullen worden opgenomen. We hebben alles gegeven, ongeacht de kosten, voor de komst van deze dag. Sommigen hebben hun baan opgegeven, sommigen hebben hun families verlaten, sommigen hebben afstand gedaan van het huwelijk en sommigen hebben zelfs al hun spaargeld gedoneerd. Wat een onzelfzuchtige toewijding! Een dergelijke oprechtheid en loyaliteit gaat zelfs de heiligen van vervlogen tijden te boven! Aangezien de Heer zegent wie Hij wil, en genade heeft aan wie Hij wil, zijn onze toewijding en uitgaven, geloven wij, reeds door Zijn ogen aanschouwd. Zo hebben onze oprechte gebeden ook Zijn oren al bereikt, en we vertrouwen erop dat de Heer ons zal belonen voor onze toewijding. Bovendien was God welwillend tegenover ons geweest voordat Hij de wereld schiep, en kan niemand Gods zegeningen en beloften aan ons afnemen. We maken allemaal toekomstplannen, en nemen het als vanzelfsprekend aan dat onze toewijding en uitgaven onderhandelingsfiches of aandelen zijn voor onze opname in de lucht om de Heer te ontmoeten. Bovendien plaatsen we onszelf zonder aarzelen op de toekomstige troon, met de leiding over alle naties en alle volkeren, om als koningen te regeren. Dit alles nemen we als gegeven, als iets dat we kunnen verwachten.We minachten iedereen die tegen de Heer Jezus is; uiteindelijk zullen ze allemaal worden vernietigd. Wie heeft hen gezegd niet te geloven dat de Heer Jezus de Verlosser is? Natuurlijk zijn er momenten waarop we van de Heer Jezus leren en medelijden hebben met de wereld, want zij begrijpen het niet, en we moeten tolerant en vergevingsgezind zijn. Alles wat we doen is in overeenstemming met de woorden van de Bijbel, want alles wat niet overeenkomt met de Bijbel is dwaalleer en ketterij. Een dergelijk geloof is diep ingebed in de geest van elk van ons. Onze Heer is in de Bijbel en als we niet afwijken van de Bijbel, zullen we niet van de Heer afwijken; als we ons aan dit principe houden, dan zullen we gered worden. We sporen elkaar aan en ondersteunen elkaar, en elke keer dat we samenkomen, hopen we dat alles wat we zeggen en doen in overeenstemming is met de wil van de Heer en aanvaard kan worden door de Heer. Ondanks de grove vijandigheid van onze omgeving, zijn onze harten vervuld van vreugde. Wanneer we denken aan de zegeningen die zo dicht binnen ons bereik zijn, is er dan niets dat we niet kunnen verzaken? Is er niets waarvan we niet kunnen verdragen om er afscheid van te nemen? Dit alles is impliciet en dit alles wordt bekeken door de ogen van God. Wij, de handvol behoeftigen die zijn opgeheven uit de mesthoop, zijn dezelfde als alle gewone volgelingen van de Heer Jezus: we dromen van opname, van gezegend te worden en van het regeren over alle naties. Onze verdorvenheid wordt blootgelegd in de ogen van God, en onze verlangens en hebzucht worden veroordeeld in de ogen van God. Maar toch gebeurt dit allemaal zo onopvallend, zo logisch, en niemand van ons vraagt zich af of ons verlangen juist is, laat staan dat ook maar iemand van ons twijfelt aan de juistheid van alles waar we ons aan houden. Wie kan Gods wil kennen? We weten niet te zoeken, te onderzoeken of zelfs bezig te zijn met het pad dat de mens bewandelt. Want we geven er alleen maar om of we opgenomen kunnen worden, of we gezegend kunnen worden, of er een plaats voor ons is in het koninkrijk der hemelen, en of we een deel van het water van de rivier des levens en de vrucht van de boom des levens zullen hebben. Geloven wij niet in de Heer, en zijn wij geen volgelingen van de Heer, ter wille van het verkrijgen van deze dingen? Onze zonden zijn vergeven, we zijn tot inkeer gekomen, we hebben de bittere beker wijn gedronken en we hebben het kruis op onze rug gelegd. Wie kan zeggen dat de prijs die we hebben betaald niet door de Heer zal worden aanvaard? Wie kan zeggen dat we niet voor genoeg olie hebben gezorgd? We willen geen dwaze maagden zijn of een van degenen die in de steek worden gelaten. Bovendien bidden we vaak en vragen we de Heer om te voorkomen dat we misleid worden door valse Christussen, want er staat in de Bijbel: “Als iemand dan tegen jullie zegt: ‘Kijk, Christus is hier of daar,’ geloof het dan niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan. Zij zullen grote tekenen en mirakelen aan de dag leggen, zodat zij – als dat mogelijk was – zelfs de door God uitverkozen mensen om de tuin zouden leiden” (Matteüs 24:23-24). We hebben allemaal deze Bijbelverzen in onze geheugens opgeslagen, we kennen ze door en door en we zien ze als een kostbare schat, als leven, en als de geloofsbrieven voor onze opname en verlossing …Duizenden jaren lang zijn de levenden heengegaan, hun verlangens en dromen met zich meenemend, en niemand weet met zekerheid of ze naar het koninkrijk der hemelen zijn gegaan. De doden keren terug en ze zijn alle verhalen vergeten die eens hebben plaatsgevonden en volgen nog steeds de leringen en de paden van de voorouders. En dus, met het verstrijken van de jaren en de dagen, weet niemand of onze Heer Jezus, onze God, echt alles accepteert wat we doen. We kijken simpelweg uit naar een uitkomst en speculeren over alles wat er zal gebeuren. Toch is God voortdurend stil gebleven en is Hij nooit aan ons verschenen of heeft Hij tot ons gesproken. En dus beoordelen we willens en wetens Gods wil en gezindheid volgens de Bijbel en de tekenen. We zijn gewend geraakt aan de stilte van God; we zijn gewend geraakt aan het afwegen van het goed of kwaad van ons gedrag met behulp van onze eigen manier van denken; we zijn eraan gewend geraakt om onze kennis, opvattingen en morele ethiek te gebruiken om Gods eisen aan ons te vervangen; we zijn gewend geraakt aan het genieten van de genade van God; we zijn eraan gewend geraakt dat God hulp biedt wanneer we het nodig hebben; we zijn eraan gewend geraakt om onze handen naar God uit te strekken voor allerlei dingen en God maar raak te bevelen; we zijn ook gewend geraakt aan het volgen van doctrines, zonder aandacht te schenken aan hoe de Heilige Geest ons leidt; bovendien zijn we gewend geraakt aan dagen waarin we onze eigen meester zijn. Wij geloven in een God zoals deze, die we nog nooit hebben ontmoet. Vragen zoals hoe Zijn gezindheid is, wat Hij heeft en is, hoe Zijn beeld is, of we Hem zullen kennen of niet wanneer Hij komt, enzovoort – geen van deze dingen is belangrijk. Wat belangrijk is, is dat Hij in onze harten is, dat we Hem allemaal verwachten en dat we ons kunnen voorstellen hoe Hij is. We waarderen ons geloof en koesteren onze spiritualiteit. We beschouwen alles als mest en betreden alles met voeten. Omdat we de volgelingen zijn van de glorierijke Heer, ongeacht hoe lang en moeizaam de reis is, ongeacht welke ontberingen en gevaren ons overkomen, niets kan onze voetstappen stoppen als we de Heer volgen. “Een rivier van levenswater, helder als kristal, stroomt uit de troon van God en het Lam. Op beide oevers staat de boom des levens, die twaalf soorten fruit draagt en zijn fruit iedere maand voortbrengt. De bladeren van de boom zijn om de naties te genezen. Er zal geen vloek meer zijn, geen vloek. De troon van God en het Lam zal in de stad staan. Zijn dienaren zullen Hem dienen, en ze zullen Zijn gezicht zien, ze zullen Zijn gezicht zien. Zijn naam zal op hun voorhoofden staan. En er zal geen nacht meer zijn: een kaars is niet meer nodig, geen kaars, noch het licht van de zon, want de Heer God geeft hun licht. Ze zullen voor eeuwig en altijd heersen. Ze zullen voor eeuwig en altijd heersen” (Openbaring 22:1-5). Elke keer dat we deze woorden zingen, vloeien onze harten over van vreugde en voldoening, en stromen tranen uit onze ogen. Dank aan de Heer omdat Hij ons gekozen heeft, dank aan de Heer voor Zijn genade. Hij heeft ons nu in deze tijd het honderdvoudige gegeven, heeft ons het eeuwige leven gegeven in de komende wereld, en als Hij ons nu zou vragen om te sterven, zouden we dat doen zonder de minste klacht. Heer! Kom alstublieft snel! Stel het niet nog een minuut langer uit, want we verlangen vurig naar u en hebben alles voor u opgegeven.God is stil en is nog nooit aan ons verschenen, maar Zijn werk is nooit gestopt. Hij kijkt naar alle landen en beveelt alle dingen, en aanschouwt alle woorden en daden van de mens. Zijn management wordt in stappen en volgens Zijn plan uitgevoerd. Het gaat voorts in stilte, zonder dramatisch effect, maar toch komen Zijn voetstappen steeds dichter bij de mensheid en de stoel waarin Hij rechtspreekt wordt bliksemsnel in het heelal klaargezet, waarna onmiddellijk Zijn troon onder ons neerdaalt. Wat een majesteitelijk schouwspel is dat, wat een statig en plechtig tafereel. Als een duif en als een brullende leeuw arriveert de Geest onder ons allen. Hij is wijs, Hij is rechtvaardig en majesteitelijk, Hij komt geruisloos onder ons, en heeft autoriteit en is vervuld van liefde en mededogen. Niemand is op de hoogte van Zijn komst, niemand verwelkomt Zijn komst en bovendien weet niemand wat Hij allemaal zal doen. Het leven van de mens blijft onveranderd; zijn hart is niet anders en de dagen gaan voorbij zoals gewoonlijk. God leeft onder ons als een gewoon persoon, als een meest onbelangrijke volgeling en een gewone gelovige. Hij heeft Zijn eigen bezigheden, Zijn eigen doelen, en bovendien heeft Hij de goddelijkheid die gewone mensen niet hebben. Niemand heeft het bestaan van Zijn goddelijkheid opgemerkt en niemand heeft het verschil tussen Zijn substantie en dat van de mens waargenomen. We leven samen met Hem, onbeperkt en onbevreesd, want we zien Hem als niets meer dan een onbelangrijke gelovige. Hij let op alles wat we doen en al onze gedachten en ideeën worden voor Hem blootgelegd. Niemand interesseert zich voor Zijn bestaan, niemand heeft enige voorstelling van Zijn functie en bovendien heeft niemand enig vermoeden van wie Hij is. We gaan gewoon door met onze bezigheden, alsof Hij niets met ons te maken heeft …Bij toeval drukt de Heilige Geest een passage uit van woorden ‘via’ Hem, en hoewel het heel onverwacht aanvoelt, erkennen we dat dit de uitspraak van God is en aanvaarden we het gretig van God. Dat is omdat, ongeacht wie deze woorden uitdrukt, zolang ze van de Heilige Geest komen, we ze moeten accepteren en we ze niet kunnen ontkennen. De volgende uiting kan via mij zijn, het kan via jou zijn, of het kan via hem zijn. Ongeacht wie het is, alles is de genade van God. Maar ongeacht wie de persoon is, we moeten ze niet aanbidden, want ongeacht wat dan ook, ze kunnen onmogelijk God zijn; we kunnen in geen geval een gewoon persoon zoals deze uitkiezen om onze God te zijn. Onze God is zo groot en eervol; hoe zou Hij vertegenwoordigd kunnen worden door iemand die zo onbelangrijk is? Sterker nog, we wachten allemaal op de komst van God om ons terug te brengen naar het koninkrijk der hemelen, en dus, hoe kan iemand die zo onbeduidend is, gekwalificeerd zijn voor zo’n belangrijke en zware taak? Als de Heer terugkomt, moet het op een witte wolk zijn, voor iedereen zichtbaar. Wat zal dat glorieus zijn! Hoe kon Hij Zich zo geruisloos verstoppen onder een gewone groep mensen?En toch is het deze gewone persoon, die verborgen is onder mensen, die het nieuwe werk van het redden van ons uitvoert. Hij legt niets aan ons uit, noch vertelt Hij ons waarom Hij gekomen is. Hij doet alleen het werk dat Hij van plan is te doen in stappen en volgens Zijn plan. Zijn woorden en uitingen worden steeds frequenter. Van troosten, vermanen, herinneren en waarschuwen, tot verwijten en disciplineren; van een toon die zachtaardig en vriendelijk is, tot woorden die fel en majestueus zijn – ze brengen allemaal compassie en schroom in de mens. Alles wat Hij zegt raakt de geheimen die diep in ons verborgen zijn, Zijn woorden steken in ons hart, steken onze geest en maken ons beschaamd en vernederd. We beginnen ons af te vragen of de God in het hart van deze persoon echt van ons houdt, en wat Hij precies van plan is te doen. Misschien kunnen we pas opgenomen worden als we zo’n pijn hebben doorstaan? In onze hoofden berekenen we … over de bestemming die komt en over ons toekomstig lot. Maar nog steeds gelooft niemand van ons dat God vlees heeft aangenomen en onder ons werkt. Hoewel Hij al zo lang bij ons is, hoewel Hij al zoveel woorden van aangezicht tot aangezicht met ons heeft gesproken, zijn we nog steeds niet bereid om zo’n gewoon iemand te accepteren als de God van onze toekomst, laat staan dat we bereid zijn om de controle over onze toekomst en lot toe te vertrouwen aan zo’n gewoon iemand. Van Hem krijgen we een oneindige stroom van levend water en dankzij Hem leven we van aangezicht tot aangezicht met God. We zijn alleen dankbaar voor de genade van de Heer Jezus in de hemel en hebben nooit aandacht besteed aan de gevoelens van deze gewone persoon die de goddelijkheid in bezit heeft. Hij doet nog steeds Zijn werk nederig in het vlees verborgen, en drukt de stem van Zijn hart uit. Hij is er schijnbaar ongevoelig voor dat de mensheid Hem verwerpt, blijkbaar eeuwig de kinderlijkheid en onwetendheid van de mens vergevend, en voor altijd tolerant ten aanzien van de oneerbiedigheid van de mens tegenover Hem.Zonder dat we het wisten heeft deze onbeduidende man ons stap voor stap naar Gods werk geleid. We ondergaan ontelbare beproevingen, worden onderworpen aan ontelbare kastijdingen en worden getest door de dood. We leren van Gods rechtvaardige en majestueuze gezindheid, genieten ook van Zijn liefde en compassie, leren de grote kracht en wijsheid van God te waarderen, getuigen van de lieflijkheid van God en aanschouwen Gods diepe verlangen om de mens te redden. In de woorden van deze gewone persoon leren we de gezindheid en substantie van God kennen, leren we Gods wil kennen, leren we de natuur en substantie van de mens kennen en zien we de weg van redding en perfectie. Zijn woorden veroorzaken onze ‘dood’ en veroorzaken onze ‘wedergeboorte’; Zijn woorden brengen ons troost, maar laten ons ook gebukt door gevoelens van verwijt en schuld; Zijn woorden brengen ons vreugde en vrede, maar ook grote pijn. Soms zijn we als lammeren voor de slachting in Zijn handen; soms zijn we als Zijn oogappel en ontvangen we Zijn liefde en genegenheid; soms zijn we als Zijn vijand, in as veranderd door Zijn toorn in Zijn ogen. Wij zijn de mensheid die door Hem is gered, wij zijn de maden in Zijn ogen en wij zijn de verloren lammeren aan wie Hij dag en nacht denkt om te vinden. Hij is genadig tegenover ons, Hij veracht ons, Hij heft ons op, Hij troost ons en vermaant ons, Hij leidt ons, Hij verlicht ons, Hij kastijdt en disciplineert ons, en Hij vervloekt ons zelfs. Hij maakt zich dag en nacht zorgen om ons, Hij beschermt en zorgt dag en nacht voor ons, Hij staat altijd naast ons, en Hij besteedt al Zijn zorg aan ons en betaalt elke prijs voor ons. In de woorden van dit kleine en gewone vlees hebben we het geheel van God ervaren en hebben we de bestemming gezien die God ons heeft geschonken. Toch, ondanks dit alles, blijft ijdelheid in onze harten rondsluipen, en zijn we nog steeds niet bereid om een dergelijk persoon als onze God in de praktische zin te accepteren. Hoewel Hij ons zoveel manna heeft gegeven, zoveel om van te genieten, kan niets van dit alles zich meester maken van de plaats van de Heer in onze harten. We eren de speciale identiteit en status van deze persoon alleen met grote terughoudendheid. Als Hij niet spreekt om ons te laten erkennen dat Hij God is, dan zullen we absoluut niet het initiatief tonen om Hem te erkennen als de God die spoedig zou moeten arriveren en die toch al zo lang onder ons werkt.De uiting van God gaat verder en Hij maakt gebruikt van verschillende methoden en perspectieven om ons te vermanen wat te doen en de stem van Zijn hart tot uitdrukking te brengen. Zijn woorden dragen levenskracht en laten ons het pad zien dat we moeten lopen en laten ons begrijpen wat de waarheid is. We beginnen aangetrokken te worden tot Zijn woorden, we beginnen ons te concentreren op de toon en manier van Zijn spreken, en beginnen onbewust een interesse in de stem van het hart van deze onopvallende persoon te krijgen. Hij doet nauwgezette pogingen voor ons, verliest de slaap en eetlust voor ons, weent voor ons, zucht voor ons, kermt in ziekte voor ons, lijdt vernedering omwille van onze bestemming en redding, en Zijn hart bloedt en huilt tranen voor onze ongevoeligheid en opstandigheid. Wat Hij heeft en is gaat een gewoon persoon te boven, en kan door geen van de verdorvenen worden bezeten of bereikt. Hij heeft tolerantie en geduld dat geen gewoon persoon heeft, en geen enkel schepsel bezit Zijn liefde. Niemand anders dan Hij kan al onze gedachten kennen, of onze aard en substantie snappen, of de opstandigheid en verdorvenheid van de mensheid beoordelen, of tot ons spreken en zo onder ons werken in naam van de God des hemels. Niemand behalve Hij kan het gezag, de wijsheid en de waardigheid van God bezitten; de gezindheid van God en wat Hij heeft en is, worden in hun geheel van Hem uit uitgegeven. Niemand anders dan Hij kan ons de weg wijzen en ons licht brengen. Niemand anders dan Hij kan de mysteries onthullen die God niet heeft geopenbaard vanaf de schepping tot nu toe. Niemand anders dan Hij kan ons redden van Satans slavernij en onze verdorven gezindheid. Hij vertegenwoordigt God, en drukt de stem van het hart van God uit, de vermaningen van God, en de woorden van oordeel van God voor de hele mensheid. Hij is een nieuw tijdvak begonnen, een nieuw tijdperk, en heeft een nieuwe hemel en aarde gebracht, nieuw werk, en Hij heeft ons hoop gebracht, en een einde gemaakt aan het leven dat we leidden in onduidelijkheid, en heeft ons toegestaan om het pad van redding ten volle te aanschouwen. Hij heeft ons hele wezen overwonnen en ons hart gewonnen. Vanaf dat moment worden onze geesten bewust en lijken onze zielen opnieuw te worden gerevitaliseerd: deze gewone, onbeduidende persoon, die onder ons leeft en lange tijd door ons is verworpen – is Hij niet de Heer Jezus, die voor altijd in onze gedachten is, en naar wie we dag en nacht verlangen? Het is Hij! Het is Hem echt! Hij is onze God! Hij is de waarheid, de weg en het leven! Hij heeft ons toegestaan om weer te leven, het licht te zien en heeft ervoor gezorgd dat onze harten niet langer dwalen. We zijn teruggekeerd naar het huis van God, we zijn teruggekeerd voor Zijn troon, we staan oog in oog met Hem, we hebben Zijn aangezicht aanschouwd en de weg die voor ons ligt gezien. In die tijd zijn onze harten volledig door Hem overwonnen; we twijfelen er niet langer aan wie Hij is en werken niet langer Zijn werk en woord tegen, en we vallen helemaal neer voor Hem. We wensen niets anders dan de voetsporen van God voor de rest van ons leven te volgen en door Hem te worden vervolmaakt en Zijn genade terug te betalen en Zijn liefde voor ons terug te betalen en Zijn orkestraties en arrangementen te gehoorzamen, en samen te werken met Zijn werk, en alles te doen wat we kunnen om te voltooien wat Hij ons toevertrouwt.Worden overwonnen door God is te vergelijken met een vechtsport wedstrijd.Elk woord van God slaat op onze dodelijke plek en maakt ons bedroefd en bang. Hij onthult onze opvattingen, onthult onze verbeeldingen en onthult onze verdorven gezindheid. Door alles wat we zeggen en doen, en elk van onze gedachten en ideeën, worden onze natuur en substantie onthuld door Zijn woorden, hetgeen ons vernederd en bevend van angst laat zijn. Hij vertelt ons over al onze acties, onze bedoelingen en intenties, en zelfs de verdorven gezindheid die we zelf nooit hebben ontdekt, waardoor we voelen dat we in al onze armzalige onvolkomenheid worden blootgelegd en raken we zelfs volledig overtuigd. Hij oordeelt ons voor onze opstand tegen Hem, tuchtigt ons voor onze godslastering en veroordeling van Hem, en geeft ons het gevoel dat we in Zijn ogen waardeloos zijn en dat we de levende Satan zijn. Onze hoop wordt vernietigd, we durven geen onredelijke eisen meer te stellen en pogingen aan Hem te doen, en zelfs onze dromen verdwijnen van de ene dag op de andere. Dit is een feit dat niemand van ons zich kan voorstellen, en dat niemand van ons kan accepteren. Onze gedachten raken voor een moment uit balans, en we weten niet hoe we verder moeten gaan op het pad dat voor ons ligt, we weten niet hoe we verder moeten gaan in onze overtuigingen. Het lijkt erop dat ons geloof terug is gegaan naar het allereerste begin en dat we de Heer Jezus nooit hebben ontmoet en geen kennis met Hem gemaakt hebben. Alles voor onze ogen verbijstert ons en geeft ons het gevoel dat we op drift zijn gezet. We zijn wanhopig, we zijn teleurgesteld en diep in ons hart is er een onbedwingbare woede en schande. We proberen stoom af te blazen, proberen een uitweg te vinden, en bovendien proberen we te blijven wachten op onze Heiland Jezus en onze harten naar Hem uit te storten. Hoewel er momenten zijn dat we noch hoogmoedig noch nederig zijn aan de buitenkant, zijn we in onze harten geteisterd door een gevoel van verlies als nooit tevoren. Hoewel we soms ongebruikelijk kalm lijken aan de buitenkant, ondergaan we van binnen golvende massa’s pijniging. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons alle hoop en dromen ontnomen, hebben ons zonder onze buitensporige verlangens laten zitten, en niet bereid om te geloven dat Hij onze Redder is en in staat om ons te redden. Zijn oordeel en tuchtiging hebben een diepe kloof geopend tussen ons en Hem en niemand is zelfs bereid die over te steken. Zijn oordeel en tuchtiging zijn de eerste keer dat we zo’n grote tegenslag en zo’n grote vernedering ondergaan. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons in staat gesteld om Gods eer en intolerantie voor de overtredingen van de mens oprecht te waarderen, in vergelijking waarmee we zo laaghartig en onzuiver zijn. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons voor het eerst doen beseffen hoe arrogant en pompeus we zijn, en dat de mens nooit de gelijke van God zal zijn, of op één lijn met God. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons doen verlangen om niet langer in zo’n verdorven gezindheid te leven, en hebben ons ertoe aangezet om zo snel mogelijk van die natuur en substantie af te komen, en niet langer door Hem verafschuwd te worden en walgelijk voor Hem te zijn. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ervoor gezorgd dat wij graag Zijn woorden gehoorzamen, en niet langer bereid te zijn om tegen Zijn orkestraties en arrangementen te rebelleren. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons opnieuw het verlangen gegeven om te blijven leven en hebben ervoor gezorgd dat wij hem graag als onze Redder accepteren. … We zijn het overwinningswerk uitgelopen, zijn uit de hel gestapt, zijn uit het dal van de schaduw van de dood gestapt. … Almachtige God heeft ons gewonnen, deze groep mensen! Hij heeft over Satan gezegevierd en al Zijn vijanden verslagen!We zijn gewoon zo’n gewone groep mensen met een verdorven satanische gezindheid, wij zijn degenen die door God zijn voorbestemd voor de tijdperken en we zijn de behoeftigen die God heeft opgeheven uit de mesthoop. Wij hebben eens God verworpen en veroordeeld, maar nu zijn wij overwonnen door Hem. We hebben het leven ontvangen en de weg van het eeuwige leven van God ontvangen. Ongeacht waar we op aarde zijn, ondanks vervolging en verdrukking, we kunnen niet gescheiden zijn van de redding door Almachtige God. Want Hij is onze Schepper en onze enige verlossing!De liefde van God strekt zich uit als het water van een bron, en wordt gegeven aan jou, aan mij, aan hem en aan allen die oprecht de waarheid zoeken en die op de verschijning van God wachten.Net zoals de maan altijd de zon volgt, houdt het werk van God nooit op, en wordt uitgevoerd op jou, op mij, op hem en op allen die de voetsporen van God volgen en het oordeel en de tuchtiging van God aanvaarden.23 maart 2010

Lees meer »

Het is heel belangrijk om een normale relatie met God aan te gaan

De manier waarop mensen in God geloven, van God houden en God tevredenstellen is door de Geest van God aan te raken met hun hart en zo Zijn voldoening te verkrijgen, en door hun hart te gebruiken om contact te maken met Gods woorden en zo bewogen te worden door de Geest van God. Als je een normaal geestelijk leven wilt verkrijgen en een normale relatie met God wilt aangaan, moet je eerst je hart aan Hem geven. Pas wanneer je je hart hebt gestild tegenover Hem en je hele hart in Hem hebt uitgestort, zul je geleidelijk aan een normaal geestelijk leven kunnen ontwikkelen. Als mensen, in hun geloof in God, hun hart niet aan Hem geven en als hun hart niet in Hem is en zij Zijn last niet als de hunne behandelen, dan is alles wat ze doen een daad van misleiding van God, een daad die typisch is voor religieuze mensen en die niet door God geprezen kan worden. God kan niets winnen van dit soort persoon; dit soort persoon kan alleen dienen als contrast voor Gods werk, zoals een versiering in het huis van God, iets wat overbodig en nutteloos is. God maakt geen gebruik van dit soort persoon. In zulke personen is er niet alleen geen gelegenheid voor het werk van de Heilige Geest, maar heeft zelfs hun vervolmaking geen enkele waarde. Dit soort persoon is, om de waarheid te zeggen, een lopend lijk. Zulke mensen hebben niets wat door de Heilige Geest kan worden gebruikt, maar zijn integendeel allemaal tot eigendom van Satan gemaakt en diep verdorven door Satan. God zal deze mensen verwijderen. Op dit moment, bij het gebruiken van mensen, gebruikt de Heilige Geest niet alleen die delen van hen die wenselijk zijn om dingen gedaan te krijgen; Hij vervolmaakt en verandert ook hun ongewenste delen. Als je hart in God kan worden uitgestort en stil kan blijven tegenover Hem, zul je de kans en de bekwaamheid hebben om door de Heilige Geest te worden gebruikt, om de verlichting en illuminatie van de Heilige Geest te ontvangen en, bovendien, de kans hebben dat de Heilige Geest je tekortkomingen vergoedt. Wanneer je je hart aan God geeft, kun je aan de positieve kant dieper intreden en een hoger niveau van inzicht verwerven, maar zul je aan de negatieve kant een groter begrip hebben van je eigen gebreken en tekortkomingen, gretiger zijn om te proberen Gods wil tevreden te stellen en niet passief zijn, maar actief binnengaan. Zo zul je een juiste persoon worden. Ervan uitgaand dat je hart stil kan blijven tegenover God, is wel of niet actief kunnen binnengaan de sleutel tot de vragen of je wel of geen lof krijgt van de Heilige Geest en of je God wel of niet bevalt. Wanneer de Heilige Geest iemand verlicht en gebruikt, maakt dat die persoon nooit negatief maar zorgt het er altijd voor dat hij actief vooruitgang boekt. Ook al heeft deze persoon zwaktes, hij kan voorkomen dat hij de manier waarop hij zijn leven leidt op die zwaktes baseert. Hij kan voorkomen dat hij de groei in zijn leven vertraagt en kan blijven proberen Gods wil tevreden te stemmen. Dit is een maatstaf. Als je dit kunt bereiken, is dat genoeg bewijs dat je de aanwezigheid van de Heilige Geest hebt verworven. Als iemand altijd negatief is en, zelfs na het ontvangen van verlichting en na zichzelf te hebben leren kennen, negatief en passief blijft, niet kan opstaan en niet samen met God kan handelen, dan ontvangt dit soort persoon gewoon de genade van God, maar de Heilige Geest is niet met hem. Wanneer iemand negatief is, betekent dat dat zijn hart zich niet naar God heeft gekeerd en dat zijn geest niet is bewogen door Gods Geest. Dit moet door iedereen worden begrepen.

Lees meer »

God gebruikt Zijn woorden om een verbond met de mens tot stand te brengen

(Gen. 9:11-13) Deze belofte doe ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen. En dit,’ zei God, ‘zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond tussen mij en jullie en alle levende wezens bij jullie: ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen mij en de aarde.

Lees meer »

Drie vermaningen

God zegt: "Als gelovige in God moet je in alles trouw zijn aan niemand anders dan Hem en in staat zijn om je in alles te conformeren aan Zijn wil. Hoewel iedereen deze leer begrijpt, zijn deze duidelijke basiswaarheden wat de mens betreft niet volledig in hem terug te zien. Dat komt door allerlei mankementen die aan hem kleven, zoals onwetendheid, dwaasheid en verdorvenheid. Voordat jullie dan ook tot een besluit komen, moet ik jullie eerst een paar dingen vertellen die uiterst belangrijk voor jullie zijn. Voordat ik verder ga, moeten jullie eerst dit begrijpen: De woorden die ik spreek, zijn waarheden die tot de hele mensheid zijn gericht, niet slechts tot een specifieke persoon of type persoon. Dus jullie moeten je concentreren op het ontvangen van mijn woorden vanuit het standpunt van de waarheid. Jullie moeten ook een blijvende houding van onverdeelde aandacht en oprechtheid hebben. Negeer geen enkel woord en geen enkele waarheid die ik spreek, en veracht geen van mijn woorden. Ik zie dat jullie in jullie leven veel doen wat niets met de waarheid te maken heeft. Ik vraag jullie dan ook uitdrukkelijk om dienaren van de waarheid te worden en geen slaaf van goddeloosheid en kwade praktijken. Treed de waarheid niet met voeten en ontheilig geen enkele hoek van het huis van God. Dit is mijn vermaning voor jullie. Ik ga nu over het beoogde onderwerp spreken:Ten eerste moeten jullie omwille van jullie lot naar Gods goedkeuring streven. Dat wil zeggen: aangezien jullie erkennen dat jullie tot het huis van God behoren, moeten jullie God gemoedsrust schenken en Hem in alles behagen. Met andere woorden: jullie moeten handelen volgens principes en je conformeren aan de waarheden daarin. Als je dit niet kunt, zal God je verafschuwen en verwerpen. Ook zul je door ieder mens worden afgewezen. Ben je eenmaal in die netelige situatie beland, dan kun je niet tot het huis van God worden gerekend. Dat wordt er bedoeld met niet goed bevonden zijn door God.Ten tweede moeten jullie weten dat God van eerlijke mensen houdt. God is vol getrouwheid, daarom zijn Zijn woorden altijd betrouwbaar. Bovendien zijn Zijn daden onberispelijk en onbetwistbaar. Daarom houdt God van wie absoluut eerlijk jegens Hem zijn. Eerlijkheid betekent je hart aan God geven, Hem nooit bedriegen, in alles open naar Hem zijn en de waarheid nooit verbergen. Eerlijkheid betekent ook nooit iets doen wat mensen boven of onder je misleidt, en nooit iets doen om alleen maar bij God in een goed blaadje te komen. Kortom, eerlijk zijn is onzuivere daden en woorden vermijden, en God noch mensen misleiden. Wat ik zeg is heel eenvoudig, maar voor jullie is het extra zwaar. Velen worden liever naar de hel verbannen dan eerlijk te spreken en te handelen. Ik heb voor wie oneerlijk zijn dan ook een andere behandeling in petto. Ik begrijp natuurlijk heel goed dat het best moeilijk voor jullie is om een eerlijk mens te zijn. Jullie zijn allemaal ontzettend slim en weten een heer met jullie eigen bekrompen meetlatje de maat te nemen. Dat maakt mijn werk er alleen maar eenvoudiger op. Jullie houden jullie geheimen angstvallig voor jullie, daarom zal ik jullie één voor één rampspoed laten overkomen om door vuur ‘onderwezen’ te worden, zodat jullie daarna volkomen toegewijd zullen zijn aan het geloof in mijn woorden. Tot slot zal ik uit jullie mond de woorden “God is een getrouwe God” trekken, waarna jullie zullen erkennen en betreuren dat “het hart van de mens is sluw!” Wat zal jullie gemoedstoestand dan zijn? Ik denk dat jullie minder eigendunk zullen hebben dan nu. Jullie zullen dan helemaal niet meer “ondoorgrondelijk” zijn zoals jullie nu denken te zijn. Sommigen gedragen zich keurig netjes en lijken bijzonder “goedgemanierd” in Gods tegenwoordigheid. Toch komen ze in opstand en laten ze zich volledig gaan in de tegenwoordigheid van de Geest. Zouden jullie zo iemand als eerlijk beschouwen? Als je hypocriet en goed in de sociale omgang bent, ga je lichtvaardig met God om. Als je woorden vol excuses zitten en je zaken nutteloos wegredeneert, ben je niet iemand die het naleven van de waarheid hoog in het vaandel heeft. Als je verborgen zaken niet graag bespreekbaar maakt en niet bereid bent je geheimen, oftewel je moeilijkheden, bloot te geven aan anderen om de weg van het licht te zoeken, zul je het heil niet gemakkelijk verkrijgen en niet gemakkelijk uit de duisternis tevoorschijn komen. Als je veel genoegen schept in het zoeken naar de weg van de waarheid, ben je iemand die altijd in het licht verblijft. Als je heel graag een dienstdoener wil zijn in het huis van God, onopvallend, ijverig en nauwgezet werkt, altijd geeft en nooit neemt, ben je een trouwe heilige, omdat je geen beloning zoekt en gewoon een eerlijk mens bent. Als je open en eerlijk wilt zijn, als je alles wilt geven, als je je leven kunt opofferen voor God en als getuige kunt staan, als je eerlijk bent tot het punt waarop je alleen God wilt behagen en jezelf wegcijfert en niets voor jezelf neemt, dan behoor je tot de mensen die worden gevoed in het licht en die eeuwig in het koninkrijk zullen leven. Je moet weten of er waar geloof en ware trouw in je schuilen, of je bereid bent geweest voor God te lijden en of je jezelf helemaal aan God hebt onderworpen. Is dat niet het geval, dan blijven er ongehoorzaamheid, misleiding, hebzucht en klachten aan je kleven. Je hart is dan nog verre van eerlijk en je hebt van God nooit positieve erkenning gekregen en nooit in het licht geleefd. Hoe iemands lot uiteindelijk uitpakt, hangt af van of hij een eerlijk en bloedrood hart heeft, en of hij een zuivere ziel heeft. Als je iemand bent die erg oneerlijk is, iemand met een kwaadwillig hart en iemand met een onzuivere ziel, dan zal je zeker belanden op een plek waar de mens wordt gestraft, zoals is vastgelegd in de akten van jouw lot. Als je beweert heel eerlijk te zijn en toch nooit overeenkomstig de waarheid weet te handelen of een woord van waarheid weet te spreken, wacht je dan nog steeds op een beloning van God? Hoop je dan nog steeds dat God je als Zijn oogappel zal beschouwen? Is dat niet een absurde manier van denken? Je misleidt God in alles, dus hoe kan het huis van God iemand met zulke onzuivere handen als jij onderbrengen?Ten derde wil ik jullie het volgende vertellen: ieder mens heeft God in de loop van zijn leven van geloof in God wel weerstaan en misleid op sommige punten. Sommige verkeerde daden hoeven niet als overtreding te worden opgetekend, maar andere zijn onvergeeflijk. Er zijn namelijk veel daden die de bestuurlijke wetten overtreden, dat wil zeggen, Gods gezindheid met voeten treden. Velen die zich zorgen maken om hun eigen lot vragen zich misschien af wat deze daden zijn. Jullie moeten weten dat jullie van nature arrogant en hooghartig zijn. Jullie zien de feiten niet graag onder ogen. Ik geef jullie daarom beetje bij beetje meer inzicht nadat jullie goed naar jullie zelf hebben gekeken. Ik spoor jullie aan om beter begrip te krijgen van de bestuurlijke wetten en om Gods gezindheid beter te leren kennen. Anders zullen jullie het moeilijk vinden om jullie kaken op elkaar te houden en jullie tong van al te hoogdravende praatjes te weerhouden. Jullie zullen dan Gods gezindheid onbewust met voeten treden, tot duisternis vervallen en het gezelschap van de Heilige Geest en het licht kwijtraken. Daar jullie daden niet op de juiste principes gebaseerd zijn, datgene doen of zeggen wat je niet moet doen, zul je een passende vergelding ontvangen. Ook al zijn je woorden en daden niet op de juiste principes gebaseerd, weet dat dit bij God wel het geval is. De reden van de vergelding is dat je God en niet een mens hebt mishaagd. Als je in je leven veel overtredingen jegens Gods gezindheid begaat, word je zeker een kind van de hel. Het schijnt je als mens misschien toe dat je slechts een paar dingen hebt gedaan die niet helemaal met de waarheid stroken, en niet meer. Besef je echter wel dat je in Gods ogen al iemand bent voor wie er geen zondeoffer meer is? Je hebt meer dan eens de bestuurlijke wetten van God overtreden en bovendien geen teken van bekering laten zien. Daarom moet je wel in de hel belanden, waar God de mens straft. Een klein aantal mensen dat God volgt heeft in het verleden enkele malen tegen de principes in gehandeld. Maar ze zijn daarop aangesproken, hebben leiding ontvangen en zijn hun eigen verdorvenheid beetje bij beetje gaan inzien. Daarna zijn ze het juiste pad van de werkelijkheid gaan bewandelen en ze blijven tot op de dag van vandaag zeer trouw. Zulke mensen zullen uiteindelijk standhouden. Ik ben echter op zoek naar wie eerlijk zijn. Ben je eerlijk en handel je overeenkomstig juiste principes, dan kun je een vertrouweling van God worden. Als je in je daden Gods gezindheid niet met voeten treedt, je de wil van God zoekt en je een hart vol eerbied voor God hebt, dan voldoet je geloof aan de norm. Wie God niet vereert en geen godvrezend hart heeft, vervalt gemakkelijk tot overtreding van de bestuurlijke wetten van God. Velen dienen God met de kracht van hun passie, maar hebben geen begrip van de bestuurlijke wetten van God, laat staan dat ze enig besef van de implicaties van Zijn woorden hebben. Met hun goede bedoelingen doen ze dan ook vaak dingen die Gods management verstoren. In ernstige gevallen worden ze uitgeworpen, verstoken van elke verdere kans om Hem te volgen. Ze worden dan in de hel geworpen zonder enige verdere binding met Gods huis. Deze mensen werken in het huis van God met de kracht van hun onnozele goede bedoelingen, wat uitloopt op het ontstemmen van Gods gezindheid. Mensen proberen de manier waarop ze ambtsdragers en heren dienen uit in het huis van God. Ze denken tevergeefs dat ze die hier ook moeiteloos kunnen toepassen. Ze hadden nooit gedacht dat God niet de gezindheid van een lam maar die van een leeuw heeft. Daarom zijn degenen die voor het eerst met God omgaan niet in staat om met Hem te communiceren. Gods hart is immers anders dan dat van de mens. Alleen nadat je veel waarheden hebt begrepen, zal je kennis over God voortdurend toenemen. Deze kennis bestaat niet uit woorden of leerstellingen, maar is te gebruiken als een schat waardoor je vertrouwelijk met God kunt omgaan, en als bewijs dat Hij behagen in je schept. Als je reële kennis ontbeert en niet met de waarheid bent uitgerust, kan je gepassioneerde dienstbaarheid je alleen maar de afkeer en afschuw van God opleveren. Je zou inmiddels moeten weten dat geloof in God niet louter een studie in theologie is!Ik vermaan jullie weliswaar met weinig woorden, toch gaan ze over wat jullie het meest ontberen. Jullie moeten weten dat ik nu spreek ten behoeve van mijn laatste werk onder de mensen, om het einde van de mens te bepalen. Ik wil niet veel meer werk doen dat zinloos is. Ik wil ook niet die mensen blijven leiden die zo hopeloos zijn als verrot hout, en nog minder hen die stiekem verkeerde intenties koesteren. Op een dag begrijpen jullie misschien wat de oprechte bedoelingen achter mijn woorden zijn en wat ik allemaal voor de mensheid heb gedaan. Op een dag vatten jullie misschien een principe waardoor jullie over je eigen einde kunnen beslissen."

Lees meer »

Over de waarheid van Gods naam

1. Sommigen zeggen dat de naam van God niet verandert, waarom veranderde de naam van Jehova dan in Jezus? De komst van de Messias was voorspeld, waarom kwam er dan een mens die Jezus heette? Waarom veranderde de naam van God? Was een dergelijk werk niet al lang geleden uitgevoerd? Kan God nu geen nieuw werk meer doen? Het werk van gisteren kan gewijzigd worden, en het werk van Jezus kan dat van Jehova opvolgen. Kan het werk van Jezus dan niet door ander werk worden opgevolgd? Als de naam Jehova in Jezus veranderd kan worden, kan dan de naam van Jezus niet ook worden gewijzigd? Dit is niet ongebruikelijk, dat denken de mensen maar[a] door de eenvoud van hun geest. God zal altijd God zijn. Ongeacht de verandering in Zijn werk en Zijn naam, Zijn gezindheid en wijsheid blijven voor altijd hetzelfde. Als je denkt dat God alleen Jezus genoemd kan worden, weet je te weinig. Durf jij te beweren dat Jezus voor eeuwig de naam van God is, dat God voor altijd en eeuwig Jezus genoemd moet worden en dat dit nooit zal veranderen? Durf jij met zekerheid te beweren dat het de naam Jezus is die het Tijdperk van de Wet heeft beëindigd en die ook het laatste tijdperk beëindigt? Wie kan zeggen dat de genade van Jezus het tijdperk kan beëindigen?

Lees meer »

Het pad … (7)

In onze praktijkervaring hebben we gezien dat God vaak persoonlijk een pad voor ons heeft opengelegd, zodat het pad onder onze voeten steviger en werkelijker kan worden. Want dit is het pad dat God sinds mensenheugenis voor ons heeft opengelegd en dat tienduizenden jaren lang van generatie op generatie is doorgegeven. Zo hebben we het pad opgepakt van onze voorgangers, die het niet tot het einde toe uit hebben gelopen. Wij zijn door God gekozen om de laatste fase uit te lopen. En dus was dit pad voor ons speciaal door God voorbereid, en of we nu gezegend zijn of door tegenspoed getroffen, niemand anders kan dit pad lopen. Laat ik mijn eigen inzicht hieraan toevoegen: overweeg niet naar elders te vluchten of een ander pad te vinden, begeer geen status, probeer niet je eigen koninkrijk te stichten – dat zijn allemaal fantasieën. Misschien heb je bepaalde vooropgezette ideeën over mijn woorden. In dat geval stel ik voor dat je ophoudt zo’n warhoofd te zijn. Je kunt hier beter wat meer gedachten aan wijden. Probeer niet de slimmerik uit te hangen en verwar goed niet met kwaad. Daar krijg je spijt van wanneer Gods plan is volbracht. Wat ik zeg is dat alle naties op aarde aan stukken zullen worden geslagen wanneer het koninkrijk van God komt. Dan zul je zien dat je eigen plannen ook vernietigd zijn en dat zij die getuchtigd zijn, in stukken worden geslagen en dat God zo Zijn gezindheid volledig zichtbaar maakt. Ik denk dat ik je deze dingen moet zeggen, omdat ze voor mij zo duidelijk zijn, zodat je mij dan achteraf niet de schuld kan geven. Dat we dit pad tot op de dag van vandaag hebben kunnen lopen was door God beschikt. Denk dus niet dat je speciaal bent, of dat je pech hebt. Niemand mag iets beweren over het huidige werk van God, opdat je niet in stukken wordt geslagen. Ik ben door Gods werk verlicht: wat er ook gebeurt, God zal deze groep mensen compleet maken. Zijn werk zal nooit meer veranderen, en Hij zal deze groep mensen tot het einde van het pad meenemen en Zijn werk op aarde beëindigen. Dit zouden we allemaal moeten begrijpen. De meeste mensen kijken graag ‘vooruit’ en hun begeerte kent geen grenzen. Geen van hen begrijpt de huidige dringende wil van God en dus denken ze er allemaal aan om te vluchten. Ze lijken op gevluchte paarden die alleen maar in de wildernis willen rondzwerven. Er zijn er maar weinigen die zich willen vestigen in het goede land van Kanaän om de weg van het menselijk leven te zoeken. Als mensen het land dat overvloeit van melk en honing zijn binnengegaan, en er niet van kunnen genieten, wat willen ze dan nog meer? Eerlijk is eerlijk, buiten het goede land Kanaän is alleen de wildernis. Zelf als mensen de plaats van de rust zijn binnengetreden, kunnen ze nog niet trouw zijn aan hun plicht. Zijn het dan niet gewoon hoeren? Als je hier de kans laat liggen om door God te worden vervolmaakt, zal je dit tot in lengte van dagen spijten, je wroeging zal oneindig zijn. Je zult als Mozes zijn die naar het land Kanaän keek maar er niet van kon genieten, zijn vuisten gebald, zijn dood vol spijt − denk je niet dat dit beschamend is? Raak je niet in verlegenheid als anderen de spot met je drijven? Ben je bereid door anderen vernederd te worden? Wil je niet zelf goed terechtkomen? Wil jij niet een eerbaar en oprecht mens zijn die door God is vervolmaakt? Heb je werkelijk geen ambitie? Je bent niet bereid de andere paden te nemen. Wil je dan ook het pad niet nemen dat God voor jou heeft beschikt? Durf je tegen de wil van de hemel in te gaan? Hoe groot je ‘vaardigheid’ ook is, kun je echt de hemel beledigen? Ik denk dat we er goed aan doen te proberen onszelf goed te leren kennen. Eén woord van God kan hemel en aarde veranderen, wat is dan een schriel klein mensje in Gods ogen?

Lees meer »

Dagelijkse woorden van God | Alleen door het ervaren van loutering kan de mens ware liefde bezitten | Fragment 509

Hoe groter de loutering van God, hoe meer de harten van mensen in staat zijn God lief te hebben. De kwelling in hun hart is van nut voor hun leven, ze zijn meer in staat om vrede te hebben voor God, hun relatie met God is hechter en ze zijn beter in staat Gods allerhoogste liefde en Zijn allerhoogste redding te zien. Petrus ervaarde loutering honderden keren en Job onderging verscheidene beproevingen. Als jullie door God willen worden vervolmaakt, moeten jullie ook honderden keren loutering ondergaan; alleen als jullie door dit proces heen gaan en op deze stap vertrouwen, zullen jullie in staat zijn om Gods wil te behagen en door God te worden vervolmaakt. Loutering is het beste middel waardoor God mensen volmaakt maakt; alleen loutering en bittere beproevingen kunnen de ware liefde voor God in de harten van mensen naar boven brengen. Zonder ontbering missen mensen de ware liefde voor God; als ze niet binnenin getest worden, als ze niet echt onderworpen zijn aan loutering, dan zal hun hart altijd buiten rondzweven. Nadat je tot een bepaald punt bent gelouterd, zul je je eigen zwakheden en moeilijkheden zien, je zult zien hoeveel je mist en dat je niet in staat bent om de vele problemen die je tegenkomt te overwinnen en je zult zien hoe groot je ongehoorzaamheid is. Alleen tijdens beproevingen zijn mensen in staat om hun werkelijke gesteldheid echt te kennen; beproevingen maken mensen beter in staat om volmaakt te worden gemaakt.

Lees meer »

Het aanschouwen van de verschijning van God in Zijn oordeel en tuchtiging

Net als honderden miljoenen andere volgelingen van de Heer Jezus Christus, houden we ons aan de wetten en geboden van de Bijbel, genieten we van de overvloedige genade van de Heer Jezus Christus en komen we samen, bidden, prijzen en dienen we in de naam van de Heer Jezus Christus – en dit alles doen we in de zorg en bescherming van de Heer. We zijn vaak zwak en vaak sterk. Wij geloven dat al onze handelingen in overeenstemming zijn met wat de Heer leert. Het spreekt dus vanzelf dat we ook geloven dat we ons op het pad bevinden waarop we de wil doen van de Vader in de hemel. We verlangen naar de wederkomst van de Heer Jezus, naar het glorievolle arriveren van de Heer Jezus, naar het einde van ons leven op aarde, naar de verschijning van het koninkrijk en naar alles zoals het was voorspeld in het boek Openbaring: De Heer arriveert en brengt rampspoed en beloont het goede en straft het kwade en neemt allen die Hem volgen en Zijn terugkeer verwelkomen op in de lucht om Hem tegemoet te komen. Elke keer dat we hieraan denken, kunnen we niet anders dan overmand worden door emotie. We zijn dankbaar dat we in de laatste dagen zijn geboren en het geluk hebben om getuige te zijn van de komst van de Heer. Al hebben we vervolging geleden, het is in ruil voor “een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft”; wat een zegening is dat! Al dit verlangen en de genade die de Heer ons schenkt, maken ons vaak nuchter tot het gebed en brengen ons vaker samen. Misschien volgend jaar, misschien morgen, of misschien nog eerder wanneer de mens het niet verwacht, zal de Heer plotseling aankomen en zal Hij verschijnen onder een groep mensen die aandachtig op Hem hebben gewacht. We strijden allemaal met elkaar, niemand wil achterblijven, om de eerste groep te zijn die de verschijning van de Heer aanschouwt, om een van degenen te worden die zullen worden opgenomen. We hebben alles gegeven, ongeacht de kosten, voor de komst van deze dag. Sommigen hebben hun baan opgegeven, sommigen hebben hun families verlaten, sommigen hebben afstand gedaan van het huwelijk en sommigen hebben zelfs al hun spaargeld gedoneerd. Wat een onzelfzuchtige toewijding! Een dergelijke oprechtheid en loyaliteit gaat zelfs de heiligen van vervlogen tijden te boven! Aangezien de Heer zegent wie Hij wil, en genade heeft aan wie Hij wil, zijn onze toewijding en uitgaven, geloven wij, reeds door Zijn ogen aanschouwd. Zo hebben onze oprechte gebeden ook Zijn oren al bereikt, en we vertrouwen erop dat de Heer ons zal belonen voor onze toewijding. Bovendien was God welwillend tegenover ons geweest voordat Hij de wereld schiep, en kan niemand Gods zegeningen en beloften aan ons afnemen. We maken allemaal toekomstplannen, en nemen het als vanzelfsprekend aan dat onze toewijding en uitgaven onderhandelingsfiches of aandelen zijn voor onze opname in de lucht om de Heer te ontmoeten. Bovendien plaatsen we onszelf zonder aarzelen op de toekomstige troon, met de leiding over alle naties en alle volkeren, om als koningen te regeren. Dit alles nemen we als gegeven, als iets dat we kunnen verwachten.We minachten iedereen die tegen de Heer Jezus is; uiteindelijk zullen ze allemaal worden vernietigd. Wie heeft hen gezegd niet te geloven dat de Heer Jezus de Verlosser is? Natuurlijk zijn er momenten waarop we van de Heer Jezus leren en medelijden hebben met de wereld, want zij begrijpen het niet, en we moeten tolerant en vergevingsgezind zijn. Alles wat we doen is in overeenstemming met de woorden van de Bijbel, want alles wat niet overeenkomt met de Bijbel is dwaalleer en ketterij. Een dergelijk geloof is diep ingebed in de geest van elk van ons. Onze Heer is in de Bijbel en als we niet afwijken van de Bijbel, zullen we niet van de Heer afwijken; als we ons aan dit principe houden, dan zullen we gered worden. We sporen elkaar aan en ondersteunen elkaar, en elke keer dat we samenkomen, hopen we dat alles wat we zeggen en doen in overeenstemming is met de wil van de Heer en aanvaard kan worden door de Heer. Ondanks de grove vijandigheid van onze omgeving, zijn onze harten vervuld van vreugde. Wanneer we denken aan de zegeningen die zo dicht binnen ons bereik zijn, is er dan niets dat we niet kunnen verzaken? Is er niets waarvan we niet kunnen verdragen om er afscheid van te nemen? Dit alles is impliciet en dit alles wordt bekeken door de ogen van God. Wij, de handvol behoeftigen die zijn opgeheven uit de mesthoop, zijn dezelfde als alle gewone volgelingen van de Heer Jezus: we dromen van opname, van gezegend te worden en van het regeren over alle naties. Onze verdorvenheid wordt blootgelegd in de ogen van God, en onze verlangens en hebzucht worden veroordeeld in de ogen van God. Maar toch gebeurt dit allemaal zo onopvallend, zo logisch, en niemand van ons vraagt zich af of ons verlangen juist is, laat staan dat ook maar iemand van ons twijfelt aan de juistheid van alles waar we ons aan houden. Wie kan Gods wil kennen? We weten niet te zoeken, te onderzoeken of zelfs bezig te zijn met het pad dat de mens bewandelt. Want we geven er alleen maar om of we opgenomen kunnen worden, of we gezegend kunnen worden, of er een plaats voor ons is in het koninkrijk der hemelen, en of we een deel van het water van de rivier des levens en de vrucht van de boom des levens zullen hebben. Geloven wij niet in de Heer, en zijn wij geen volgelingen van de Heer, ter wille van het verkrijgen van deze dingen? Onze zonden zijn vergeven, we zijn tot inkeer gekomen, we hebben de bittere beker wijn gedronken en we hebben het kruis op onze rug gelegd. Wie kan zeggen dat de prijs die we hebben betaald niet door de Heer zal worden aanvaard? Wie kan zeggen dat we niet voor genoeg olie hebben gezorgd? We willen geen dwaze maagden zijn of een van degenen die in de steek worden gelaten. Bovendien bidden we vaak en vragen we de Heer om te voorkomen dat we misleid worden door valse Christussen, want er staat in de Bijbel: “Als iemand dan tegen jullie zegt: ‘Kijk, Christus is hier of daar,’ geloof het dan niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan. Zij zullen grote tekenen en mirakelen aan de dag leggen, zodat zij – als dat mogelijk was – zelfs de door God uitverkozen mensen om de tuin zouden leiden” (Matteüs 24:23-24). We hebben allemaal deze Bijbelverzen in onze geheugens opgeslagen, we kennen ze door en door en we zien ze als een kostbare schat, als leven, en als de geloofsbrieven voor onze opname en verlossing …Duizenden jaren lang zijn de levenden heengegaan, hun verlangens en dromen met zich meenemend, en niemand weet met zekerheid of ze naar het koninkrijk der hemelen zijn gegaan. De doden keren terug en ze zijn alle verhalen vergeten die eens hebben plaatsgevonden en volgen nog steeds de leringen en de paden van de voorouders. En dus, met het verstrijken van de jaren en de dagen, weet niemand of onze Heer Jezus, onze God, echt alles accepteert wat we doen. We kijken simpelweg uit naar een uitkomst en speculeren over alles wat er zal gebeuren. Toch is God voortdurend stil gebleven en is Hij nooit aan ons verschenen of heeft Hij tot ons gesproken. En dus beoordelen we willens en wetens Gods wil en gezindheid volgens de Bijbel en de tekenen. We zijn gewend geraakt aan de stilte van God; we zijn gewend geraakt aan het afwegen van het goed of kwaad van ons gedrag met behulp van onze eigen manier van denken; we zijn eraan gewend geraakt om onze kennis, opvattingen en morele ethiek te gebruiken om Gods eisen aan ons te vervangen; we zijn gewend geraakt aan het genieten van de genade van God; we zijn eraan gewend geraakt dat God hulp biedt wanneer we het nodig hebben; we zijn eraan gewend geraakt om onze handen naar God uit te strekken voor allerlei dingen en God maar raak te bevelen; we zijn ook gewend geraakt aan het volgen van doctrines, zonder aandacht te schenken aan hoe de Heilige Geest ons leidt; bovendien zijn we gewend geraakt aan dagen waarin we onze eigen meester zijn. Wij geloven in een God zoals deze, die we nog nooit hebben ontmoet. Vragen zoals hoe Zijn gezindheid is, wat Hij heeft en is, hoe Zijn beeld is, of we Hem zullen kennen of niet wanneer Hij komt, enzovoort – geen van deze dingen is belangrijk. Wat belangrijk is, is dat Hij in onze harten is, dat we Hem allemaal verwachten en dat we ons kunnen voorstellen hoe Hij is. We waarderen ons geloof en koesteren onze spiritualiteit. We beschouwen alles als mest en betreden alles met voeten. Omdat we de volgelingen zijn van de glorierijke Heer, ongeacht hoe lang en moeizaam de reis is, ongeacht welke ontberingen en gevaren ons overkomen, niets kan onze voetstappen stoppen als we de Heer volgen. “Een rivier van levenswater, helder als kristal, stroomt uit de troon van God en het Lam. Op beide oevers staat de boom des levens, die twaalf soorten fruit draagt en zijn fruit iedere maand voortbrengt. De bladeren van de boom zijn om de naties te genezen. Er zal geen vloek meer zijn, geen vloek. De troon van God en het Lam zal in de stad staan. Zijn dienaren zullen Hem dienen, en ze zullen Zijn gezicht zien, ze zullen Zijn gezicht zien. Zijn naam zal op hun voorhoofden staan. En er zal geen nacht meer zijn: een kaars is niet meer nodig, geen kaars, noch het licht van de zon, want de Heer God geeft hun licht. Ze zullen voor eeuwig en altijd heersen. Ze zullen voor eeuwig en altijd heersen” (Openbaring 22:1-5). Elke keer dat we deze woorden zingen, vloeien onze harten over van vreugde en voldoening, en stromen tranen uit onze ogen. Dank aan de Heer omdat Hij ons gekozen heeft, dank aan de Heer voor Zijn genade. Hij heeft ons nu in deze tijd het honderdvoudige gegeven, heeft ons het eeuwige leven gegeven in de komende wereld, en als Hij ons nu zou vragen om te sterven, zouden we dat doen zonder de minste klacht. Heer! Kom alstublieft snel! Stel het niet nog een minuut langer uit, want we verlangen vurig naar u en hebben alles voor u opgegeven.God is stil en is nog nooit aan ons verschenen, maar Zijn werk is nooit gestopt. Hij kijkt naar alle landen en beveelt alle dingen, en aanschouwt alle woorden en daden van de mens. Zijn management wordt in stappen en volgens Zijn plan uitgevoerd. Het gaat voorts in stilte, zonder dramatisch effect, maar toch komen Zijn voetstappen steeds dichter bij de mensheid en de stoel waarin Hij rechtspreekt wordt bliksemsnel in het heelal klaargezet, waarna onmiddellijk Zijn troon onder ons neerdaalt. Wat een majesteitelijk schouwspel is dat, wat een statig en plechtig tafereel. Als een duif en als een brullende leeuw arriveert de Geest onder ons allen. Hij is wijs, Hij is rechtvaardig en majesteitelijk, Hij komt geruisloos onder ons, en heeft autoriteit en is vervuld van liefde en mededogen. Niemand is op de hoogte van Zijn komst, niemand verwelkomt Zijn komst en bovendien weet niemand wat Hij allemaal zal doen. Het leven van de mens blijft onveranderd; zijn hart is niet anders en de dagen gaan voorbij zoals gewoonlijk. God leeft onder ons als een gewoon persoon, als een meest onbelangrijke volgeling en een gewone gelovige. Hij heeft Zijn eigen bezigheden, Zijn eigen doelen, en bovendien heeft Hij de goddelijkheid die gewone mensen niet hebben. Niemand heeft het bestaan van Zijn goddelijkheid opgemerkt en niemand heeft het verschil tussen Zijn substantie en dat van de mens waargenomen. We leven samen met Hem, onbeperkt en onbevreesd, want we zien Hem als niets meer dan een onbelangrijke gelovige. Hij let op alles wat we doen en al onze gedachten en ideeën worden voor Hem blootgelegd. Niemand interesseert zich voor Zijn bestaan, niemand heeft enige voorstelling van Zijn functie en bovendien heeft niemand enig vermoeden van wie Hij is. We gaan gewoon door met onze bezigheden, alsof Hij niets met ons te maken heeft …Bij toeval drukt de Heilige Geest een passage uit van woorden ‘via’ Hem, en hoewel het heel onverwacht aanvoelt, erkennen we dat dit de uitspraak van God is en aanvaarden we het gretig van God. Dat is omdat, ongeacht wie deze woorden uitdrukt, zolang ze van de Heilige Geest komen, we ze moeten accepteren en we ze niet kunnen ontkennen. De volgende uiting kan via mij zijn, het kan via jou zijn, of het kan via hem zijn. Ongeacht wie het is, alles is de genade van God. Maar ongeacht wie de persoon is, we moeten ze niet aanbidden, want ongeacht wat dan ook, ze kunnen onmogelijk God zijn; we kunnen in geen geval een gewoon persoon zoals deze uitkiezen om onze God te zijn. Onze God is zo groot en eervol; hoe zou Hij vertegenwoordigd kunnen worden door iemand die zo onbelangrijk is? Sterker nog, we wachten allemaal op de komst van God om ons terug te brengen naar het koninkrijk der hemelen, en dus, hoe kan iemand die zo onbeduidend is, gekwalificeerd zijn voor zo’n belangrijke en zware taak? Als de Heer terugkomt, moet het op een witte wolk zijn, voor iedereen zichtbaar. Wat zal dat glorieus zijn! Hoe kon Hij Zich zo geruisloos verstoppen onder een gewone groep mensen?En toch is het deze gewone persoon, die verborgen is onder mensen, die het nieuwe werk van het redden van ons uitvoert. Hij legt niets aan ons uit, noch vertelt Hij ons waarom Hij gekomen is. Hij doet alleen het werk dat Hij van plan is te doen in stappen en volgens Zijn plan. Zijn woorden en uitingen worden steeds frequenter. Van troosten, vermanen, herinneren en waarschuwen, tot verwijten en disciplineren; van een toon die zachtaardig en vriendelijk is, tot woorden die fel en majestueus zijn – ze brengen allemaal compassie en schroom in de mens. Alles wat Hij zegt raakt de geheimen die diep in ons verborgen zijn, Zijn woorden steken in ons hart, steken onze geest en maken ons beschaamd en vernederd. We beginnen ons af te vragen of de God in het hart van deze persoon echt van ons houdt, en wat Hij precies van plan is te doen. Misschien kunnen we pas opgenomen worden als we zo’n pijn hebben doorstaan? In onze hoofden berekenen we … over de bestemming die komt en over ons toekomstig lot. Maar nog steeds gelooft niemand van ons dat God vlees heeft aangenomen en onder ons werkt. Hoewel Hij al zo lang bij ons is, hoewel Hij al zoveel woorden van aangezicht tot aangezicht met ons heeft gesproken, zijn we nog steeds niet bereid om zo’n gewoon iemand te accepteren als de God van onze toekomst, laat staan dat we bereid zijn om de controle over onze toekomst en lot toe te vertrouwen aan zo’n gewoon iemand. Van Hem krijgen we een oneindige stroom van levend water en dankzij Hem leven we van aangezicht tot aangezicht met God. We zijn alleen dankbaar voor de genade van de Heer Jezus in de hemel en hebben nooit aandacht besteed aan de gevoelens van deze gewone persoon die de goddelijkheid in bezit heeft. Hij doet nog steeds Zijn werk nederig in het vlees verborgen, en drukt de stem van Zijn hart uit. Hij is er schijnbaar ongevoelig voor dat de mensheid Hem verwerpt, blijkbaar eeuwig de kinderlijkheid en onwetendheid van de mens vergevend, en voor altijd tolerant ten aanzien van de oneerbiedigheid van de mens tegenover Hem.Zonder dat we het wisten heeft deze onbeduidende man ons stap voor stap naar Gods werk geleid. We ondergaan ontelbare beproevingen, worden onderworpen aan ontelbare kastijdingen en worden getest door de dood. We leren van Gods rechtvaardige en majestueuze gezindheid, genieten ook van Zijn liefde en compassie, leren de grote kracht en wijsheid van God te waarderen, getuigen van de lieflijkheid van God en aanschouwen Gods diepe verlangen om de mens te redden. In de woorden van deze gewone persoon leren we de gezindheid en substantie van God kennen, leren we Gods wil kennen, leren we de natuur en substantie van de mens kennen en zien we de weg van redding en perfectie. Zijn woorden veroorzaken onze ‘dood’ en veroorzaken onze ‘wedergeboorte’; Zijn woorden brengen ons troost, maar laten ons ook gebukt door gevoelens van verwijt en schuld; Zijn woorden brengen ons vreugde en vrede, maar ook grote pijn. Soms zijn we als lammeren voor de slachting in Zijn handen; soms zijn we als Zijn oogappel en ontvangen we Zijn liefde en genegenheid; soms zijn we als Zijn vijand, in as veranderd door Zijn toorn in Zijn ogen. Wij zijn de mensheid die door Hem is gered, wij zijn de maden in Zijn ogen en wij zijn de verloren lammeren aan wie Hij dag en nacht denkt om te vinden. Hij is genadig tegenover ons, Hij veracht ons, Hij heft ons op, Hij troost ons en vermaant ons, Hij leidt ons, Hij verlicht ons, Hij kastijdt en disciplineert ons, en Hij vervloekt ons zelfs. Hij maakt zich dag en nacht zorgen om ons, Hij beschermt en zorgt dag en nacht voor ons, Hij staat altijd naast ons, en Hij besteedt al Zijn zorg aan ons en betaalt elke prijs voor ons. In de woorden van dit kleine en gewone vlees hebben we het geheel van God ervaren en hebben we de bestemming gezien die God ons heeft geschonken. Toch, ondanks dit alles, blijft ijdelheid in onze harten rondsluipen, en zijn we nog steeds niet bereid om een dergelijk persoon als onze God in de praktische zin te accepteren. Hoewel Hij ons zoveel manna heeft gegeven, zoveel om van te genieten, kan niets van dit alles zich meester maken van de plaats van de Heer in onze harten. We eren de speciale identiteit en status van deze persoon alleen met grote terughoudendheid. Als Hij niet spreekt om ons te laten erkennen dat Hij God is, dan zullen we absoluut niet het initiatief tonen om Hem te erkennen als de God die spoedig zou moeten arriveren en die toch al zo lang onder ons werkt.De uiting van God gaat verder en Hij maakt gebruikt van verschillende methoden en perspectieven om ons te vermanen wat te doen en de stem van Zijn hart tot uitdrukking te brengen. Zijn woorden dragen levenskracht en laten ons het pad zien dat we moeten lopen en laten ons begrijpen wat de waarheid is. We beginnen aangetrokken te worden tot Zijn woorden, we beginnen ons te concentreren op de toon en manier van Zijn spreken, en beginnen onbewust een interesse in de stem van het hart van deze onopvallende persoon te krijgen. Hij doet nauwgezette pogingen voor ons, verliest de slaap en eetlust voor ons, weent voor ons, zucht voor ons, kermt in ziekte voor ons, lijdt vernedering omwille van onze bestemming en redding, en Zijn hart bloedt en huilt tranen voor onze ongevoeligheid en opstandigheid. Wat Hij heeft en is gaat een gewoon persoon te boven, en kan door geen van de verdorvenen worden bezeten of bereikt. Hij heeft tolerantie en geduld dat geen gewoon persoon heeft, en geen enkel schepsel bezit Zijn liefde. Niemand anders dan Hij kan al onze gedachten kennen, of onze aard en substantie snappen, of de opstandigheid en verdorvenheid van de mensheid beoordelen, of tot ons spreken en zo onder ons werken in naam van de God des hemels. Niemand behalve Hij kan het gezag, de wijsheid en de waardigheid van God bezitten; de gezindheid van God en wat Hij heeft en is, worden in hun geheel van Hem uit uitgegeven. Niemand anders dan Hij kan ons de weg wijzen en ons licht brengen. Niemand anders dan Hij kan de mysteries onthullen die God niet heeft geopenbaard vanaf de schepping tot nu toe. Niemand anders dan Hij kan ons redden van Satans slavernij en onze verdorven gezindheid. Hij vertegenwoordigt God, en drukt de stem van het hart van God uit, de vermaningen van God, en de woorden van oordeel van God voor de hele mensheid. Hij is een nieuw tijdvak begonnen, een nieuw tijdperk, en heeft een nieuwe hemel en aarde gebracht, nieuw werk, en Hij heeft ons hoop gebracht, en een einde gemaakt aan het leven dat we leidden in onduidelijkheid, en heeft ons toegestaan om het pad van redding ten volle te aanschouwen. Hij heeft ons hele wezen overwonnen en ons hart gewonnen. Vanaf dat moment worden onze geesten bewust en lijken onze zielen opnieuw te worden gerevitaliseerd: deze gewone, onbeduidende persoon, die onder ons leeft en lange tijd door ons is verworpen – is Hij niet de Heer Jezus, die voor altijd in onze gedachten is, en naar wie we dag en nacht verlangen? Het is Hij! Het is Hem echt! Hij is onze God! Hij is de waarheid, de weg en het leven! Hij heeft ons toegestaan om weer te leven, het licht te zien en heeft ervoor gezorgd dat onze harten niet langer dwalen. We zijn teruggekeerd naar het huis van God, we zijn teruggekeerd voor Zijn troon, we staan oog in oog met Hem, we hebben Zijn aangezicht aanschouwd en de weg die voor ons ligt gezien. In die tijd zijn onze harten volledig door Hem overwonnen; we twijfelen er niet langer aan wie Hij is en werken niet langer Zijn werk en woord tegen, en we vallen helemaal neer voor Hem. We wensen niets anders dan de voetsporen van God voor de rest van ons leven te volgen en door Hem te worden vervolmaakt en Zijn genade terug te betalen en Zijn liefde voor ons terug te betalen en Zijn orkestraties en arrangementen te gehoorzamen, en samen te werken met Zijn werk, en alles te doen wat we kunnen om te voltooien wat Hij ons toevertrouwt.Worden overwonnen door God is te vergelijken met een vechtsport wedstrijd.Elk woord van God slaat op onze dodelijke plek en maakt ons bedroefd en bang. Hij onthult onze opvattingen, onthult onze verbeeldingen en onthult onze verdorven gezindheid. Door alles wat we zeggen en doen, en elk van onze gedachten en ideeën, worden onze natuur en substantie onthuld door Zijn woorden, hetgeen ons vernederd en bevend van angst laat zijn. Hij vertelt ons over al onze acties, onze bedoelingen en intenties, en zelfs de verdorven gezindheid die we zelf nooit hebben ontdekt, waardoor we voelen dat we in al onze armzalige onvolkomenheid worden blootgelegd en raken we zelfs volledig overtuigd. Hij oordeelt ons voor onze opstand tegen Hem, tuchtigt ons voor onze godslastering en veroordeling van Hem, en geeft ons het gevoel dat we in Zijn ogen waardeloos zijn en dat we de levende Satan zijn. Onze hoop wordt vernietigd, we durven geen onredelijke eisen meer te stellen en pogingen aan Hem te doen, en zelfs onze dromen verdwijnen van de ene dag op de andere. Dit is een feit dat niemand van ons zich kan voorstellen, en dat niemand van ons kan accepteren. Onze gedachten raken voor een moment uit balans, en we weten niet hoe we verder moeten gaan op het pad dat voor ons ligt, we weten niet hoe we verder moeten gaan in onze overtuigingen. Het lijkt erop dat ons geloof terug is gegaan naar het allereerste begin en dat we de Heer Jezus nooit hebben ontmoet en geen kennis met Hem gemaakt hebben. Alles voor onze ogen verbijstert ons en geeft ons het gevoel dat we op drift zijn gezet. We zijn wanhopig, we zijn teleurgesteld en diep in ons hart is er een onbedwingbare woede en schande. We proberen stoom af te blazen, proberen een uitweg te vinden, en bovendien proberen we te blijven wachten op onze Heiland Jezus en onze harten naar Hem uit te storten. Hoewel er momenten zijn dat we noch hoogmoedig noch nederig zijn aan de buitenkant, zijn we in onze harten geteisterd door een gevoel van verlies als nooit tevoren. Hoewel we soms ongebruikelijk kalm lijken aan de buitenkant, ondergaan we van binnen golvende massa’s pijniging. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons alle hoop en dromen ontnomen, hebben ons zonder onze buitensporige verlangens laten zitten, en niet bereid om te geloven dat Hij onze Redder is en in staat om ons te redden. Zijn oordeel en tuchtiging hebben een diepe kloof geopend tussen ons en Hem en niemand is zelfs bereid die over te steken. Zijn oordeel en tuchtiging zijn de eerste keer dat we zo’n grote tegenslag en zo’n grote vernedering ondergaan. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons in staat gesteld om Gods eer en intolerantie voor de overtredingen van de mens oprecht te waarderen, in vergelijking waarmee we zo laaghartig en onzuiver zijn. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons voor het eerst doen beseffen hoe arrogant en pompeus we zijn, en dat de mens nooit de gelijke van God zal zijn, of op één lijn met God. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons doen verlangen om niet langer in zo’n verdorven gezindheid te leven, en hebben ons ertoe aangezet om zo snel mogelijk van die natuur en substantie af te komen, en niet langer door Hem verafschuwd te worden en walgelijk voor Hem te zijn. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ervoor gezorgd dat wij graag Zijn woorden gehoorzamen, en niet langer bereid te zijn om tegen Zijn orkestraties en arrangementen te rebelleren. Zijn oordeel en tuchtiging hebben ons opnieuw het verlangen gegeven om te blijven leven en hebben ervoor gezorgd dat wij hem graag als onze Redder accepteren. … We zijn het overwinningswerk uitgelopen, zijn uit de hel gestapt, zijn uit het dal van de schaduw van de dood gestapt. … Almachtige God heeft ons gewonnen, deze groep mensen! Hij heeft over Satan gezegevierd en al Zijn vijanden verslagen!We zijn gewoon zo’n gewone groep mensen met een verdorven satanische gezindheid, wij zijn degenen die door God zijn voorbestemd voor de tijdperken en we zijn de behoeftigen die God heeft opgeheven uit de mesthoop. Wij hebben eens God verworpen en veroordeeld, maar nu zijn wij overwonnen door Hem. We hebben het leven ontvangen en de weg van het eeuwige leven van God ontvangen. Ongeacht waar we op aarde zijn, ondanks vervolging en verdrukking, we kunnen niet gescheiden zijn van de redding door Almachtige God. Want Hij is onze Schepper en onze enige verlossing!De liefde van God strekt zich uit als het water van een bron, en wordt gegeven aan jou, aan mij, aan hem en aan allen die oprecht de waarheid zoeken en die op de verschijning van God wachten.Net zoals de maan altijd de zon volgt, houdt het werk van God nooit op, en wordt uitgevoerd op jou, op mij, op hem en op allen die de voetsporen van God volgen en het oordeel en de tuchtiging van God aanvaarden.23 maart 2010

Lees meer »

Het is heel belangrijk om een normale relatie met God aan te gaan

De manier waarop mensen in God geloven, van God houden en God tevredenstellen is door de Geest van God aan te raken met hun hart en zo Zijn voldoening te verkrijgen, en door hun hart te gebruiken om contact te maken met Gods woorden en zo bewogen te worden door de Geest van God. Als je een normaal geestelijk leven wilt verkrijgen en een normale relatie met God wilt aangaan, moet je eerst je hart aan Hem geven. Pas wanneer je je hart hebt gestild tegenover Hem en je hele hart in Hem hebt uitgestort, zul je geleidelijk aan een normaal geestelijk leven kunnen ontwikkelen. Als mensen, in hun geloof in God, hun hart niet aan Hem geven en als hun hart niet in Hem is en zij Zijn last niet als de hunne behandelen, dan is alles wat ze doen een daad van misleiding van God, een daad die typisch is voor religieuze mensen en die niet door God geprezen kan worden. God kan niets winnen van dit soort persoon; dit soort persoon kan alleen dienen als contrast voor Gods werk, zoals een versiering in het huis van God, iets wat overbodig en nutteloos is. God maakt geen gebruik van dit soort persoon. In zulke personen is er niet alleen geen gelegenheid voor het werk van de Heilige Geest, maar heeft zelfs hun vervolmaking geen enkele waarde. Dit soort persoon is, om de waarheid te zeggen, een lopend lijk. Zulke mensen hebben niets wat door de Heilige Geest kan worden gebruikt, maar zijn integendeel allemaal tot eigendom van Satan gemaakt en diep verdorven door Satan. God zal deze mensen verwijderen. Op dit moment, bij het gebruiken van mensen, gebruikt de Heilige Geest niet alleen die delen van hen die wenselijk zijn om dingen gedaan te krijgen; Hij vervolmaakt en verandert ook hun ongewenste delen. Als je hart in God kan worden uitgestort en stil kan blijven tegenover Hem, zul je de kans en de bekwaamheid hebben om door de Heilige Geest te worden gebruikt, om de verlichting en illuminatie van de Heilige Geest te ontvangen en, bovendien, de kans hebben dat de Heilige Geest je tekortkomingen vergoedt. Wanneer je je hart aan God geeft, kun je aan de positieve kant dieper intreden en een hoger niveau van inzicht verwerven, maar zul je aan de negatieve kant een groter begrip hebben van je eigen gebreken en tekortkomingen, gretiger zijn om te proberen Gods wil tevreden te stellen en niet passief zijn, maar actief binnengaan. Zo zul je een juiste persoon worden. Ervan uitgaand dat je hart stil kan blijven tegenover God, is wel of niet actief kunnen binnengaan de sleutel tot de vragen of je wel of geen lof krijgt van de Heilige Geest en of je God wel of niet bevalt. Wanneer de Heilige Geest iemand verlicht en gebruikt, maakt dat die persoon nooit negatief maar zorgt het er altijd voor dat hij actief vooruitgang boekt. Ook al heeft deze persoon zwaktes, hij kan voorkomen dat hij de manier waarop hij zijn leven leidt op die zwaktes baseert. Hij kan voorkomen dat hij de groei in zijn leven vertraagt en kan blijven proberen Gods wil tevreden te stemmen. Dit is een maatstaf. Als je dit kunt bereiken, is dat genoeg bewijs dat je de aanwezigheid van de Heilige Geest hebt verworven. Als iemand altijd negatief is en, zelfs na het ontvangen van verlichting en na zichzelf te hebben leren kennen, negatief en passief blijft, niet kan opstaan en niet samen met God kan handelen, dan ontvangt dit soort persoon gewoon de genade van God, maar de Heilige Geest is niet met hem. Wanneer iemand negatief is, betekent dat dat zijn hart zich niet naar God heeft gekeerd en dat zijn geest niet is bewogen door Gods Geest. Dit moet door iedereen worden begrepen.

Lees meer »

God gebruikt Zijn woorden om een verbond met de mens tot stand te brengen

(Gen. 9:11-13) Deze belofte doe ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen. En dit,’ zei God, ‘zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond tussen mij en jullie en alle levende wezens bij jullie: ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen mij en de aarde.

Lees meer »

Drie vermaningen

God zegt: "Als gelovige in God moet je in alles trouw zijn aan niemand anders dan Hem en in staat zijn om je in alles te conformeren aan Zijn wil. Hoewel iedereen deze leer begrijpt, zijn deze duidelijke basiswaarheden wat de mens betreft niet volledig in hem terug te zien. Dat komt door allerlei mankementen die aan hem kleven, zoals onwetendheid, dwaasheid en verdorvenheid. Voordat jullie dan ook tot een besluit komen, moet ik jullie eerst een paar dingen vertellen die uiterst belangrijk voor jullie zijn. Voordat ik verder ga, moeten jullie eerst dit begrijpen: De woorden die ik spreek, zijn waarheden die tot de hele mensheid zijn gericht, niet slechts tot een specifieke persoon of type persoon. Dus jullie moeten je concentreren op het ontvangen van mijn woorden vanuit het standpunt van de waarheid. Jullie moeten ook een blijvende houding van onverdeelde aandacht en oprechtheid hebben. Negeer geen enkel woord en geen enkele waarheid die ik spreek, en veracht geen van mijn woorden. Ik zie dat jullie in jullie leven veel doen wat niets met de waarheid te maken heeft. Ik vraag jullie dan ook uitdrukkelijk om dienaren van de waarheid te worden en geen slaaf van goddeloosheid en kwade praktijken. Treed de waarheid niet met voeten en ontheilig geen enkele hoek van het huis van God. Dit is mijn vermaning voor jullie. Ik ga nu over het beoogde onderwerp spreken:Ten eerste moeten jullie omwille van jullie lot naar Gods goedkeuring streven. Dat wil zeggen: aangezien jullie erkennen dat jullie tot het huis van God behoren, moeten jullie God gemoedsrust schenken en Hem in alles behagen. Met andere woorden: jullie moeten handelen volgens principes en je conformeren aan de waarheden daarin. Als je dit niet kunt, zal God je verafschuwen en verwerpen. Ook zul je door ieder mens worden afgewezen. Ben je eenmaal in die netelige situatie beland, dan kun je niet tot het huis van God worden gerekend. Dat wordt er bedoeld met niet goed bevonden zijn door God.Ten tweede moeten jullie weten dat God van eerlijke mensen houdt. God is vol getrouwheid, daarom zijn Zijn woorden altijd betrouwbaar. Bovendien zijn Zijn daden onberispelijk en onbetwistbaar. Daarom houdt God van wie absoluut eerlijk jegens Hem zijn. Eerlijkheid betekent je hart aan God geven, Hem nooit bedriegen, in alles open naar Hem zijn en de waarheid nooit verbergen. Eerlijkheid betekent ook nooit iets doen wat mensen boven of onder je misleidt, en nooit iets doen om alleen maar bij God in een goed blaadje te komen. Kortom, eerlijk zijn is onzuivere daden en woorden vermijden, en God noch mensen misleiden. Wat ik zeg is heel eenvoudig, maar voor jullie is het extra zwaar. Velen worden liever naar de hel verbannen dan eerlijk te spreken en te handelen. Ik heb voor wie oneerlijk zijn dan ook een andere behandeling in petto. Ik begrijp natuurlijk heel goed dat het best moeilijk voor jullie is om een eerlijk mens te zijn. Jullie zijn allemaal ontzettend slim en weten een heer met jullie eigen bekrompen meetlatje de maat te nemen. Dat maakt mijn werk er alleen maar eenvoudiger op. Jullie houden jullie geheimen angstvallig voor jullie, daarom zal ik jullie één voor één rampspoed laten overkomen om door vuur ‘onderwezen’ te worden, zodat jullie daarna volkomen toegewijd zullen zijn aan het geloof in mijn woorden. Tot slot zal ik uit jullie mond de woorden “God is een getrouwe God” trekken, waarna jullie zullen erkennen en betreuren dat “het hart van de mens is sluw!” Wat zal jullie gemoedstoestand dan zijn? Ik denk dat jullie minder eigendunk zullen hebben dan nu. Jullie zullen dan helemaal niet meer “ondoorgrondelijk” zijn zoals jullie nu denken te zijn. Sommigen gedragen zich keurig netjes en lijken bijzonder “goedgemanierd” in Gods tegenwoordigheid. Toch komen ze in opstand en laten ze zich volledig gaan in de tegenwoordigheid van de Geest. Zouden jullie zo iemand als eerlijk beschouwen? Als je hypocriet en goed in de sociale omgang bent, ga je lichtvaardig met God om. Als je woorden vol excuses zitten en je zaken nutteloos wegredeneert, ben je niet iemand die het naleven van de waarheid hoog in het vaandel heeft. Als je verborgen zaken niet graag bespreekbaar maakt en niet bereid bent je geheimen, oftewel je moeilijkheden, bloot te geven aan anderen om de weg van het licht te zoeken, zul je het heil niet gemakkelijk verkrijgen en niet gemakkelijk uit de duisternis tevoorschijn komen. Als je veel genoegen schept in het zoeken naar de weg van de waarheid, ben je iemand die altijd in het licht verblijft. Als je heel graag een dienstdoener wil zijn in het huis van God, onopvallend, ijverig en nauwgezet werkt, altijd geeft en nooit neemt, ben je een trouwe heilige, omdat je geen beloning zoekt en gewoon een eerlijk mens bent. Als je open en eerlijk wilt zijn, als je alles wilt geven, als je je leven kunt opofferen voor God en als getuige kunt staan, als je eerlijk bent tot het punt waarop je alleen God wilt behagen en jezelf wegcijfert en niets voor jezelf neemt, dan behoor je tot de mensen die worden gevoed in het licht en die eeuwig in het koninkrijk zullen leven. Je moet weten of er waar geloof en ware trouw in je schuilen, of je bereid bent geweest voor God te lijden en of je jezelf helemaal aan God hebt onderworpen. Is dat niet het geval, dan blijven er ongehoorzaamheid, misleiding, hebzucht en klachten aan je kleven. Je hart is dan nog verre van eerlijk en je hebt van God nooit positieve erkenning gekregen en nooit in het licht geleefd. Hoe iemands lot uiteindelijk uitpakt, hangt af van of hij een eerlijk en bloedrood hart heeft, en of hij een zuivere ziel heeft. Als je iemand bent die erg oneerlijk is, iemand met een kwaadwillig hart en iemand met een onzuivere ziel, dan zal je zeker belanden op een plek waar de mens wordt gestraft, zoals is vastgelegd in de akten van jouw lot. Als je beweert heel eerlijk te zijn en toch nooit overeenkomstig de waarheid weet te handelen of een woord van waarheid weet te spreken, wacht je dan nog steeds op een beloning van God? Hoop je dan nog steeds dat God je als Zijn oogappel zal beschouwen? Is dat niet een absurde manier van denken? Je misleidt God in alles, dus hoe kan het huis van God iemand met zulke onzuivere handen als jij onderbrengen?Ten derde wil ik jullie het volgende vertellen: ieder mens heeft God in de loop van zijn leven van geloof in God wel weerstaan en misleid op sommige punten. Sommige verkeerde daden hoeven niet als overtreding te worden opgetekend, maar andere zijn onvergeeflijk. Er zijn namelijk veel daden die de bestuurlijke wetten overtreden, dat wil zeggen, Gods gezindheid met voeten treden. Velen die zich zorgen maken om hun eigen lot vragen zich misschien af wat deze daden zijn. Jullie moeten weten dat jullie van nature arrogant en hooghartig zijn. Jullie zien de feiten niet graag onder ogen. Ik geef jullie daarom beetje bij beetje meer inzicht nadat jullie goed naar jullie zelf hebben gekeken. Ik spoor jullie aan om beter begrip te krijgen van de bestuurlijke wetten en om Gods gezindheid beter te leren kennen. Anders zullen jullie het moeilijk vinden om jullie kaken op elkaar te houden en jullie tong van al te hoogdravende praatjes te weerhouden. Jullie zullen dan Gods gezindheid onbewust met voeten treden, tot duisternis vervallen en het gezelschap van de Heilige Geest en het licht kwijtraken. Daar jullie daden niet op de juiste principes gebaseerd zijn, datgene doen of zeggen wat je niet moet doen, zul je een passende vergelding ontvangen. Ook al zijn je woorden en daden niet op de juiste principes gebaseerd, weet dat dit bij God wel het geval is. De reden van de vergelding is dat je God en niet een mens hebt mishaagd. Als je in je leven veel overtredingen jegens Gods gezindheid begaat, word je zeker een kind van de hel. Het schijnt je als mens misschien toe dat je slechts een paar dingen hebt gedaan die niet helemaal met de waarheid stroken, en niet meer. Besef je echter wel dat je in Gods ogen al iemand bent voor wie er geen zondeoffer meer is? Je hebt meer dan eens de bestuurlijke wetten van God overtreden en bovendien geen teken van bekering laten zien. Daarom moet je wel in de hel belanden, waar God de mens straft. Een klein aantal mensen dat God volgt heeft in het verleden enkele malen tegen de principes in gehandeld. Maar ze zijn daarop aangesproken, hebben leiding ontvangen en zijn hun eigen verdorvenheid beetje bij beetje gaan inzien. Daarna zijn ze het juiste pad van de werkelijkheid gaan bewandelen en ze blijven tot op de dag van vandaag zeer trouw. Zulke mensen zullen uiteindelijk standhouden. Ik ben echter op zoek naar wie eerlijk zijn. Ben je eerlijk en handel je overeenkomstig juiste principes, dan kun je een vertrouweling van God worden. Als je in je daden Gods gezindheid niet met voeten treedt, je de wil van God zoekt en je een hart vol eerbied voor God hebt, dan voldoet je geloof aan de norm. Wie God niet vereert en geen godvrezend hart heeft, vervalt gemakkelijk tot overtreding van de bestuurlijke wetten van God. Velen dienen God met de kracht van hun passie, maar hebben geen begrip van de bestuurlijke wetten van God, laat staan dat ze enig besef van de implicaties van Zijn woorden hebben. Met hun goede bedoelingen doen ze dan ook vaak dingen die Gods management verstoren. In ernstige gevallen worden ze uitgeworpen, verstoken van elke verdere kans om Hem te volgen. Ze worden dan in de hel geworpen zonder enige verdere binding met Gods huis. Deze mensen werken in het huis van God met de kracht van hun onnozele goede bedoelingen, wat uitloopt op het ontstemmen van Gods gezindheid. Mensen proberen de manier waarop ze ambtsdragers en heren dienen uit in het huis van God. Ze denken tevergeefs dat ze die hier ook moeiteloos kunnen toepassen. Ze hadden nooit gedacht dat God niet de gezindheid van een lam maar die van een leeuw heeft. Daarom zijn degenen die voor het eerst met God omgaan niet in staat om met Hem te communiceren. Gods hart is immers anders dan dat van de mens. Alleen nadat je veel waarheden hebt begrepen, zal je kennis over God voortdurend toenemen. Deze kennis bestaat niet uit woorden of leerstellingen, maar is te gebruiken als een schat waardoor je vertrouwelijk met God kunt omgaan, en als bewijs dat Hij behagen in je schept. Als je reële kennis ontbeert en niet met de waarheid bent uitgerust, kan je gepassioneerde dienstbaarheid je alleen maar de afkeer en afschuw van God opleveren. Je zou inmiddels moeten weten dat geloof in God niet louter een studie in theologie is!Ik vermaan jullie weliswaar met weinig woorden, toch gaan ze over wat jullie het meest ontberen. Jullie moeten weten dat ik nu spreek ten behoeve van mijn laatste werk onder de mensen, om het einde van de mens te bepalen. Ik wil niet veel meer werk doen dat zinloos is. Ik wil ook niet die mensen blijven leiden die zo hopeloos zijn als verrot hout, en nog minder hen die stiekem verkeerde intenties koesteren. Op een dag begrijpen jullie misschien wat de oprechte bedoelingen achter mijn woorden zijn en wat ik allemaal voor de mensheid heb gedaan. Op een dag vatten jullie misschien een principe waardoor jullie over je eigen einde kunnen beslissen."

Lees meer »

Over de waarheid van Gods naam

1. Sommigen zeggen dat de naam van God niet verandert, waarom veranderde de naam van Jehova dan in Jezus? De komst van de Messias was voorspeld, waarom kwam er dan een mens die Jezus heette? Waarom veranderde de naam van God? Was een dergelijk werk niet al lang geleden uitgevoerd? Kan God nu geen nieuw werk meer doen? Het werk van gisteren kan gewijzigd worden, en het werk van Jezus kan dat van Jehova opvolgen. Kan het werk van Jezus dan niet door ander werk worden opgevolgd? Als de naam Jehova in Jezus veranderd kan worden, kan dan de naam van Jezus niet ook worden gewijzigd? Dit is niet ongebruikelijk, dat denken de mensen maar[a] door de eenvoud van hun geest. God zal altijd God zijn. Ongeacht de verandering in Zijn werk en Zijn naam, Zijn gezindheid en wijsheid blijven voor altijd hetzelfde. Als je denkt dat God alleen Jezus genoemd kan worden, weet je te weinig. Durf jij te beweren dat Jezus voor eeuwig de naam van God is, dat God voor altijd en eeuwig Jezus genoemd moet worden en dat dit nooit zal veranderen? Durf jij met zekerheid te beweren dat het de naam Jezus is die het Tijdperk van de Wet heeft beëindigd en die ook het laatste tijdperk beëindigt? Wie kan zeggen dat de genade van Jezus het tijdperk kan beëindigen?

Lees meer »