15 Bijbelteksten over berouw: alleen door oprecht berouw kunnen we het koninkrijk van God binnengaan

Gepubliceerd op 30 augustus 2020 om 21:44

Veel gelovigen in de Heer denken dat ze de goedertierenheid en genade van de Heer Jezus en de vergeving van zonden kunnen ontvangen, zolang ze maar voor de Heer komen om hun zonden te belijden en oprecht berouw te tonen en dat ze zullen worden opgenomen in het koninkrijk van God wanneer de Heer terugkeert in de laatste dagen. Is deze visie in overeenstemming met de wil van de Heer? We belijden vaak onze zonden en hebben berouw tot de Heer in tranen, maar waarom begaan we dan nog steeds zonden ondanks onszelf en leven we in een cyclus van zondigen en belijden? Is dit waar berouw? Kunnen degenen die vaak zondigen en zich niet waarlijk bekeren gekwalificeerd worden om het koninkrijk van God binnen te gaan? We willen graag enkele geselecteerde Bijbelteksten over berouw en aanverwante inhoud aanbevelen, de broeders en zusters die echt wachten op de terugkeer van de Heer helpen de weg te vinden om aan de zonde te ontsnappen, echt berouw te bereiken en het koninkrijk van God binnen te gaan.

Gods vereiste van de mens in het Tijdperk van Genade – berouw tonen

Berouw tonen is de vereiste van de Heer Jezus voor de mens in het Tijdperk van Genade en is Gods manier die de mens zou moeten volgen.

Van toen aan heeft Jezus begonnen te prediken en te zeggen: Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. (MATTHEÜS 4:17)


Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in den hemel over één zondaar, die zich bekeert, meer dan over negen en negentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben.

(LUKAS 15:7)

Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering.

(LUKAS 5:32)

En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem.

(LUKAS 24:47)

Waarom zullen we ons bekeren?

Degenen die zich waarlijk bekeren tot God, kunnen Gods genade en vergeving van zonden verkrijgen; terwijl degenen die geen waarlijk berouw hebben, degenen zijn die vernietigd zullen worden.

Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid.

(1 JOHANNES 1:9)

Die zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar die ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen.

(SPREUKEN 28:13)

Betert u dan, en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden; wanneer de tijden der verkoeling zullen gekomen zijn van het aangezicht des Heeren,

(HANDELINGEN 3:19)

Bekeer u; en zo niet, Ik zal u haastelijk bijkomen, en zal tegen hen krijg voeren met het zwaard Mijns monds.

(OPENBARING 2:16)

Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een iegelijk, die de zonde doet, is een dienstknecht der zonde. En de dienstknecht blijft niet eeuwiglijk in het huis, de zoon blijft er eeuwiglijk.

(JOHANNES 8:34-35)

En zeide: Voorwaar zeg Ik u: Indien gij u niet verandert, en wordt gelijk de kinderkens, zo zult gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins ingaan.

(MATTHEÜS 18:3)

Alleen door oprecht berouw te tonen en gereinigd te worden, kunnen we het koninkrijk van God binnengaan

Veel gelovigen in de Heer hebben zulke verwarring: we belijden vaak onze zonden en tonen berouw tot de Heer in tranen, maar waarom leven we nog steeds in een cyclus van zondigen en belijden, niet in staat om onszelf te bevrijden? Hoe kunnen we precies de banden van zonde afleggen, stoppen met zondigen, echt berouw bereiken en zo het koninkrijk van God binnengaan? Het woord van God zegt: Kan een zondaar zoals jullie, die net is verlost en niet is veranderd of vervolmaakt door God, naar Gods hart zijn? Voor jou geldt dat jij, die nog steeds je oude zelf bent, inderdaad gered bent door Jezus en dat je niet beschouwd wordt als een zondaar vanwege de redding door God, maar dat bewijst niet dat je niet zondig bent en niet onzuiver bent. Hoe kun je heilig zijn als je niet veranderd bent? Van binnen ben je overladen met onzuiverheid, zelfzuchtig en verachtelijk, maar toch wil je nederdalen met Jezus – dan zou je wel boffen! Je hebt een stap overgeslagen in je geloof in God: je bent alleen nog maar verlost, maar je bent nog niet veranderd. Om naar Gods hart te zijn, moet God persoonlijk het werk verrichten, dat inhoudt dat Hij je verandert en zuivert. Anders zul jij, die alleen verlost is, geen heiligheid kunnen verkrijgen. Op die manier ben je niet gekwalificeerd om te delen in de goede zegeningen van God omdat je een stap mist in Gods werk van het managen van de mens, en wel de cruciale stap van verandering en vervolmaken. Daarom ben jij, een zondaar die net is verlost, niet in staat om rechtstreeks de erfenis van God te erven.” Dus we kunnen duidelijk zien dat onze belijdenis en berouw aan de Heer alleen betekent dat onze zonden vergeven zijn, maar niet dat we de banden van zonde hebben afgewezen en zijn gereinigd. Lees de volgende Bijbelteksten en aanbevolen inhoud om de weg te vinden om aan zonde te ontsnappen, zuivering te verkrijgen en het koninkrijk van God binnen te gaan.

Velen zullen er gereinigd en wit gemaakt, en gelouterd worden; doch de goddelozen zullen goddelooslijk handelen, en geen van de goddelozen zullen het verstaan, maar de verstandigen zullen het verstaan.

(DANIËL 12:9-10)

Nog vele dingen heb Ik u te zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen.

Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.

(JOHANNES 16:12-13)

Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt. 

(OPENBARING 2:7)

“En indien iemand Mijn woorden gehoord, en niet geloofd zal hebben, Ik oordeel hem niet; want Ik ben niet gekomen, opdat Ik de wereld oordele, maar opdat Ik de wereld zalig make.

Die Mij verwerpt, en Mijn woorden niet ontvangt, heeft, die hem oordeelt; het woord, dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen ten laatsten dage.” (JOHANNES 12:47-48).

Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad.

(OPENBARING 22:14)

Jezus deed veel werk onder de mens, maar voltooide alleen de verlossing van alle mensen en werd het zondoffer van de mens. Hij ontdeed de mens niet van heel zijn verdorven gezindheid. Om de mens volledig van de invloed van Satan te redden, was het niet alleen vereist dat Jezus de zonden van de mensheid als zondoffer op Zich nam, maar ook dat God nog belangrijker werk uitvoerde om de mens volledig te ontdoen van zijn gezindheid die door Satan was verdorven. Daarom keerde God nadat de zonden van de mensen waren vergeven terug in het vlees om de mens naar een nieuw tijdperk te leiden. Hij begon het werk van tuchtiging en oordeel, waardoor de mens in een hogere sfeer terechtkwam. Iedereen die zich aan Zijn heerschappij onderwerpt, zal een hogere waarheid genieten en een rijkere zegen ontvangen. Ze zullen echt in het licht leven en de waarheid, de weg en het leven verkrijgen.

Toen Jezus Zijn werk deed, had de mens nog maar een vage en onduidelijke kennis over Hem. De mens heeft altijd gedacht dat Hij de zoon van David was en verkondigde Hem als een grote profeet, de liefdadige Heer die de mens van zijn zonden verloste. Sommigen werden, door de kracht van hun geloof, alleen al genezen door het aanraken van Zijn mantel: de blinden konden zien en zelfs de doden konden tot leven worden gewekt. De mens was echter niet in staat om de diepgewortelde verdorven satanische gezindheid in zichzelf te ontdekken, noch wist hij hoe hij zich ervan kon ontdoen. De mens ontving veel genade, zoals de vrede en het geluk van het vlees, het geloof van een lid dat zegen bracht aan een hele familie, de genezing van ziekte, enzovoort. De rest bestond uit de goede daden van de mens en zijn goddelijke verschijning. Als de mens zo kon leven, werd hij beschouwd als een aanvaardbare gelovige. Alleen dit soort gelovigen kan na de dood de hemel binnengaan, wat betekent dat ze gered zijn. Maar tijdens hun leven hebben deze mensen de weg van het leven absoluut niet begrepen. Alles wat ze deden, was zondigen om vervolgens hun zonden te belijden. Dit gebeurde in een constante cyclus zonder dat ze iets ondernamen om hun gezindheid te veranderen. Dit was de toestand van de mens in het Tijdperk van Genade. Heeft de mens volledige redding ontvangen? Nee! Daarom bleef na beëindiging van die werkfase het werk van het oordeel en tuchtiging over. Deze fase is bedoeld om de mens te zuiveren door middel van het woord en hem daarmee op een weg te leiden die hij volgen kan. Deze fase zou niet vruchtbaar en zinvol zijn als het verder ging met het uitdrijven van demonen, want het zou de zondige natuur van de mens niet uitbannen en de vergeving van zonden zou bij de mens tot stilstand komen. Door het zondoffer zijn de zonden van de mens vergeven, want het werk van de kruisiging is reeds beëindigd en God heeft gezegevierd over Satan. Maar omdat de verdorven gezindheid van de mens nog steeds in hem is, kan de mens nog steeds zondigen en tegen God in opstand komen, en heeft God de mensheid niet gewonnen. Daarom gebruikt God in deze werkfase het woord om de verdorven gezindheid van de mens bloot te leggen, waardoor hij praktiseert in overeenstemming met het juiste pad. Deze fase heeft meer betekenis dan de vorige en is eveneens vruchtbaarder, want nu is het het woord dat het leven van de mens rechtstreeks voedt en dat het mogelijk maakt dat de gezindheid van de mens volledig wordt vernieuwd. Het is een veel grondigere werkfase. De incarnatie in de laatste dagen heeft de betekenis van Gods incarnatie dus compleet gemaakt en heeft Gods managementplan voor de redding van de mens volledig afgerond.

                                                                                                                                                                uit 'Online Bijbelstudie'

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.