De bescherming van God: Hoe mijn kleinzoon van zes in leven is gebleven
“Hallo? Ben jij dat, tante? Schiet op en kom naar het Subsidiary Hospital. Je kleinzoon is geschept door een grote vrachtwagen en is in kritieke toestand. Hij wordt nu behandeld! Schiet op!”
Het dringende telefoontje kwam tegen de avond op 15 december 2011, bijna zeven jaar geleden nu. Elke keer dat ik aan het verkeersongeluk denk waar mijn kleine kleinzoon bij betrokken was, voel ik nog steeds een sluimerende angst …
Zeven jaar geleden …
Toen ik die dag de telefoon ophing, trilde ik overal en begon ik gelijk te huilen. Het voelde alsof een mes in mijn hart was omgedraaid en het was bijna ondragelijk. Gelukkig was mijn oudere kleinzoon er om me vast te houden, anders zou ik zijn ingestort.
Terwijl ik me naar het ziekenhuis haastte, kon ik het beeld dat mijn kleinzoon in een plas bloed lag niet onderdrukken en ik dacht bij mezelf: “Mijn kleine kleinzoon is nog maar zes jaar oud. Kan hij een botsing met een grote vrachtwagen overleven? Als er iets verkeerd afloopt, wat zeg ik dan tegen mijn zoon en schoondochter?”
In mijn verdriet zei mijn oudere kleinzoon plotseling ernstig tegen mij: “Oma, niet huilen. Laten we tot God bidden en mijn broer toevertrouwen aan Gods handen, en God vragen hem te beschermen.” De woorden van mijn oudere kleinzoon dienden als herinnering voor mij. Ja, God is de bron van ons leven en onze bestemming ligt geheel in Zijn handen. Ik moet het leven van mijn kleine kleinzoon aan God toevertrouwen. Toen ik hieraan dacht, sprak ik een gebed uit om mijn kleinzoon aan God toe te vertrouwen en mijn hart werd wat rustiger.
Angstig wachten buiten de spoedeisende hulp
Om 9 uur die avond haastten mijn familieleden en ik ons naar het ziekenhuis. De dokter vertelde me dat het hart van mijn kleinzoon normaal functioneerde en dat hij me zou laten weten als er meer nieuws was. Hij vroeg ons geduldig buiten de spoedeisende hulp te wachten.
De tijd schreed langzaam voorbij, seconde na seconde, minuut na minuut, en buiten begon het zachtjes te regenen, de regendruppels tikten naar beneden. Op dat moment was mijn man zo bezorgd dat hij instortte en huilde. Het deed mij pijn hem zo te zien en ik begon ook te snikken. Maar toen herinnerde ik mij plots dat ik een christen was en ik begon vlug tot God te bidden: “O God! Mijn kleinzoon heeft een verkeersongeluk gehad en ik heb nu veel verdriet en voel me erg zwak. Ik weet niet hoe hier doorheen te komen en vraag u me te leiden en gidsen.”
Na het bidden, dacht ik aan Gods woorden: “Het lot van de mens wordt door de handen van God beheerst. Je bent niet in staat om over jezelf te heersen … Als jij je eigen vooruitzichten kon kennen, als jij je eigen lot zou kunnen beheersen, zou je dan nog een schepsel zijn?” Ja, God heeft alle dingen geschapen en Hij schiep de mensheid. De bestemming van alle dingen, de bestemming van de mens, evenals leven, dood, ziekte, ouderdom, welvaart en goede gezondheid zijn alle voorbestemd en bepaald door God; geen mens kan ze besturen of veranderen. Mijn kleine kleinzoon werd behandeld in de spoedeisende hulp en ik was niet in staat te voorspellen of te veranderen hoe dingen zich zouden ontwikkelen. Dit alles was onder besturing van God en op dit moment was het enige wat ik kon doen mijn kleinzoon toevertrouwen aan Gods handen. Toen ik hieraan dacht, werd mijn rusteloze hart opnieuw weer kalm.
Hoe het kwam dat mijn kleinzoon werd geraakt
Een paar uur later vertelde mijn man me, door zijn tranen heen, hoe onze kleinzoon betrokken was geraakt bij een verkeersongeluk …
Op dat moment was mijn man met onze kleinzoon aan zijn hand aan het wandelen, toen hij plotseling de hand van zijn opa losliet en recht de straat op rende. Een zware vrachtwagen met twaalf wielen kwam net aanrijden en mijn kleinzoon werd meer dan tien meter de lucht in geslingerd. Zijn kleine gezicht, mond en neus zaten onder het bloed en zijn met katoen gewatteerde kleren waren ermee doordrenkt. Een van zijn kleine regenlaarzen zat ook vol bloed. Toen ik dit hoorde, voelde ik me zo verschrikkelijk verdrietig, dat mijn tranen vielen als een gebroken parelketting. Ik had me niet gerealiseerd dat mijn kleinzoon zo hard geraakt was – verkeerde hij in levensgevaar? Hij was zo klein …
In mijn verdriet kwamen Gods woorden mij opnieuw verlichten: “Wie van de hele mensheid wordt niet verzorgd in de ogen van de Almachtige? Wie leeft niet te midden van de voorbestemming van de Almachtige? Wiens leven en dood is hun eigen keuze? Bestuurt de mens zijn eigen lot?” Gods woorden maakten mij beschaamd; ik had werkelijk zo weinig geloof in God. Mensen uit alle lagen van de bevolking, gelovigen en ongelovigen, van presidenten tot gewone mensen, ieder mens afzonderlijk is in Gods handen. Hoe lang mijn kleine kleinzoon zou leven, was ook voorbestemd door God en als hij het geluk had zich er deze keer door heen te slaan, zou dat laten zien dat zijn tijd nog niet was gekomen, en zou ik God moeten danken voor Zijn bescherming; maar als hij deze keer geen geluk zou hebben, zou ik gewoon moeten gehoorzamen. Toen ik me dit realiseerde, boog ik mijn hoofd en bad ik geluidloos tot God: “O God! Ik heb zo weinig vertrouwen in u en ik wens mijn kleinzoon opnieuw toe te vertrouwen aan uw handen. Of hij nu wel of niet ontwaakt, ik ben bereid me te onderwerpen aan uw soevereiniteit.” Nadat ik op die manier gebeden had, werd mijn hart vervuld met geloof in God en voelde ik me enorm gerust.
Het wonder gebeurt
De volgende dag was mijn kleinzoon nog steeds niet ontwaakt. Mijn man zei niets en at de hele dag niets, en zei tegen me terwijl hij huilde: “Als onze kleinzoon niet ontwaakt, moeten we ons van een gebouw gooien en met hem sterven.” Het deed mij zo’n pijn hem dit te horen zeggen. Op dat moment dacht ik aan Gods woorden: “Ik ben jullie sterke toren, ik ben jullie toevlucht, ik ben jullie verdediging, en daarenboven ben ik jullie Almachtige, en ik ben jullie alles! Alles ligt in mijn handen …” Gods woorden gaven me geloof – God is mijn sterke burcht, mijn hulp, mijn steun, en met mijn kleinzoon in Zijn handen heb ik niets te vrezen. Toen ik hieraan dacht, deed ik mijn best mijn man gerust te stellen, door te zeggen: “Doe niet iets stoms. Wordt onze kleinzoon gered als we ons van een gebouw werpen? Of hij leeft of sterft, is in Gods handen. Breng je hart maar tot rust en onderwerp je aan Gods beschikkingen en bepalingen.” Toen hij me dit hoorde zeggen, zij mijn man niets meer.
Op de derde dag ontwaakte mijn kleine kleinzoon op wonderbaarlijke wijze! We waren zo blij, we lachten allen door onze tranen heen, en we bleven God in onze harten danken! De dokter wilde testen hoe helder het bewustzijn van onze kleinzoon was en vroeg hem, terwijl hij naar mij en mijn man wees: “Wie zijn deze twee mensen?” Onze kleinzoon keek naar ons, en zei met heldere stem, terwijl hij met zijn ogen knipperde: “Een is mijn oma en een is mijn opa.” Toen ze hem zo begrijpelijk hoorden spreken, lachte iedereen die aanwezig was van enthousiasme, en de dokter zei tegen me in verbazing: “Wel, jullie kleinzoon heeft echt veel geluk gehad! Hij was zo ernstig geraakt, dat het een wonder is dat hij na slechts drie dagen ontwaakt en zijn geest zo helder is!” Ik bleef met mijn hoofd knikken en kon niet stoppen tranen van dankbaarheid te huilen.
Op de zevende dag na het ongeluk verliet mijn kleinzoon de intensivecareafdeling. De dokter zei tegen ons: “Om eerlijk te zijn, heeft jullie kleinzoon echt veel geluk gehad. Anderen in minder ernstige toestand dan die van hem kwamen pas na tien dagen uit de intensive care. Jullie kleinzoon is maar zes en was zo ernstig gewond, dat hij na slechts zeven dagen uit de intensive care komt, laat zien dat hij echt snel beter wordt! Ik heb nooit gedacht dat ik dit zou zien.” Andere mensen eromheen zeiden ook: “Het is de Het is de Gods zegen!” En ik zei: “Ja, dit is inderdaad de zegen van God!”
Mijn kleinzoon verlaat het ziekenhuis
Op de dag dat hij werd ontslagen uit het ziekenhuis, zwaaide mijn kleinzoon naar de verpleegkundige en zei grappend: “Dag, dag, tante! Ik kom hier niet meer terug.” Toen ik hem zo levendig zag na zo ernstig geraakt te zijn door de vrachtwagen, zonder enig spoor van ooit een ongeluk te hebben gehad, was ik God oprecht zo dankbaar!
Toen we thuiskwamen, zagen mijn buren dat mijn kleinzoon zo snel uit het ziekenhuis was ontslagen en zeiden ze een voor een tegen mij: “Je geloof in God heeft zich werkelijk uitbetaald. Drie mensen zijn overleden op de plek waar je kleinzoon werd aangereden. Ik denk dat als Gods bescherming er niet geweest zou zijn, niemand had kunnen zeggen of je kleinzoon het zou redden of niet!” En sommige mensen zeiden: “Je kleinzoon heeft zoveel geluk! Je moet je God echt dankbaar zijn!” Toen ik hen deze dingen hoorde zeggen, knikte ik en bleef God in mijn hart danken!
Door deze gebeurtenis heb ik wat kennis gekregen van Gods almacht en soevereiniteit, en is mijn geloof in God enorm toegenomen. Nu voel ik me met God nu als mijn steun zo gerust en vredevol. Voor de rest van mijn leven wens ik alleen maar zoveel te doen als ik kan om Gods liefde terug te betalen!
uit 'Online Bijbelstudie'
Reactie plaatsen
Reacties